Spuitfout of onveilig onkruidbestrijdingsmiddel?

In het Midden-Westen hebben telers een slordige 10 miljoen hectare genetisch gemodificeerde dicamba-resistente sojabonen en katoen uitgezaaid. Deze resistente rassen van Monsanto zijn een uitkomst nu steeds meer onkruiden resistent raken tegen glyfosaat, de werkzame stof van Roundup.

Dicamba (merknaam: Clarity) kreeg al in de jaren zestig een toelating. Maar nadeel van het middel was dat het heel snel vervliegt. Vandaar dat BASF, DuPont en Monsanto nieuwe dicamba-formuleringen op de markt hebben gebracht waarvan de vluchtigheid met 90 procent zou zijn teruggebracht ten opzichte van die van Clarity.

Maar in de loop van het jaar meldden zich steeds meer boeren met gewasschade. De schade werd niet alleen gevonden in naastgelegen gewassen, maar soms ook in percelen een halve mijl verderop. En, ook opmerkelijk, de schade trad niet meteen op na de bespuiting, maar soms pas twee weken nadat een buurperceel was gespoten. Een aantal staten heeft de middelen voorlopig in de ban gedaan en zint op aanvullende voorschriften. Volgens de chemiefabrikanten is driekwart van de schade een gevolg van een onjuiste toediening.

Temperatuurinversie

Duidelijk is wel dat de risico’s op gewasschade het grootst zijn als gespoten worden tijdens een zogeheten temperatuurinversie. Er ligt dan een warme luchtlaag als een deken over een koude luchtlaag, aldus Farm Journal. Deze situatie ontstaat vaak in de avond met weinig wind.

Ironisch is dat veel telers uit angst voor dit soort schade volgend jaar zullen kiezen voor dicamba-resistente rassen, voorspelt Chemical & Engineering News. (Farm Journal)