Het bodyconditiescore-systeem van DeLaval maakt overdag 3D-foto’s van de koeien. Een dag later is de BCS van elke koe bekend. En dan kun je het voermanagement controleren en bijsturen.
Veehouderij Techniek bezocht één van de pilotbedrijven die met het bodyconditiescore-syteem van DeLaval werken. In de twee robots van John Arkink uit Weerselo (O) is een BCS-camera gemonteerd. Een investering van 3.900 euro per camera en 5 euro per koe per jaar voor de serverruimte en de software. Scoorde hij voorheen de BCS? “Sporadisch”, luidt zijn eerlijke antwoord. “Natuurlijk weet je op welke koeien je moet letten. Maar als een koe te mager is, is het al te laat.” Het verwerken van de 3D-foto’s kost een nacht. Na twee meetdagen heb je op de derde dag een grafiek en zie je of de BCS van een koe toe- of afneemt. Detecteert het systeem een verse koe die na het afkalven vermagert, dan beslist Arkink afhankelijk van de gesteldheid van het dier om direct over te gaan op behandeling...