In Oudewater ontstaan zo twee gescheiden verkooporganisaties, die van Abemec en die van Digo Boer. Beide verkooporganisaties verkopen hun eigen merken. De twee vertegenwoordigers van Abemec blijven in dienst van Abemec en gaan op pad voor ondermeer Joskin, Lemken, Krone en Merlo terwijl de vertegenwoordiger van Digo Boer Kuhn, Schuitemaker, Manitou en de trekkers van Deutz-Fahr zal verkopen. Al die merken zijn straks wel naast elkaar in één showroom te zien. Een fysieke scheiding zal er in de showroom niet zijn. Wel zal aan de buitenkant van het pand te zien zijn dat het een gedeelde showroom is. De logo’s van zowel Abemec als Digo zullen namelijk op de muur prijken.
Vergelijking
De vergelijking met de verkooporganisatie van Audi- en Volkswagen-personenauto’s ligt voor de hand. Verschillende dealerschappen van deze merken verkopen vanuit een vestiging, met twee gescheiden showrooms en aparte vertegenwoordigers, beide automerken. De werkplaats en het magazijn wordt dan door beide merken gedeeld. Bij Digo Boer en Abemec gaat dat net zo. Digo neemt de werkplaats, het magazijn en de monteurs van Abemec over. Zodra een van de Abemec-vertegenwoordigers een machine verkoopt zal Digo die gereed maken en afleveren. De machine wordt echter betaald aan Abemec. Digo verzorgt vervolgens alle service, onderhoud en onderdelenvoorziening.
Gebruikte Fendts
Digo is ondermeer dealer van Deutz-Fahr trekkers en heeft een tweede vestiging in Woubrugge. Abemec verkoopt tot nu toe vanuit de vestiging in Haastrecht machines en gebruikte Fendt-trekkers. Het Fendt-dealerschap voor deze regio is namelijk in handen van Holland-Utrecht in Montfoort. Dat bedrijf betrekt zijn trekkers van Mechan-Holding een van de twee Fendt-importeurs voor Nederland. In de gezamenlijke showroom van Digo en Abemec zullen dus naast nieuwe Deutz-Fahr trekkers ook gebruikte Fendt’s te zien zijn.
Mechanisatiecentrum
Volgens Digo en Abemec versterkt deze samenwerking beide bedrijven. Digo komt van een te kleine vestiging in De Vlist in een ruimer pand terecht wat de uitstraling moet verbeteren. Abemec hoeft zich niet meer te bekommeren over de werkplaats. “Het service- en kennisniveau wordt hoger, doordat er nu niet vier mensen in de werkplaats werken, maar tien”, zegt Abemec-directeur Hans Quint. Door de samenwerking ontstaat er in de regio een sterk mechanisatiecentrum, geven beide organisaties aan. Vanuit één vestiging wordt immers een grotere diversiteit aan machines wordt aangeboden. Dat moet voor boeren en loonwerkers interessant zijn.
Drie jaar
De samenwerking tussen Digo en Abemec duurt vooralsnog drie jaar. “Het is een pilotproject. Als je niets probeert weet je ook niets. En bevalt dit goed, dan bouwen we het concept verder uit in de rest van Nederland”, zegt Quint. Dat kan met Digo-directeur Dijkshoorn, maar ook zonder.
Verrast
Arjan Mulder, directeur van Reesink Technische Handel en importeur van Kuhn, zegt verrast te zijn door de samenwerking tussen Digo Boer en Abemec. “We stimuleren deze ontwikkeling niet.” Ad van der Hurk, fabrieksvertegenwoordiger van Krone begrijpt de samenwerking. “De service wordt er beter door. En de concurrentie wordt niet groter. We zijn voorzichtig positief en beoordelen het op de resultaten. Als het werkt is het prima. Als iedereen zijn best blijft doen, dan moet het lukken.”