Favoriet

Bedrijfsnieuws

Zetor bouwt 1,3 miljoen trekkers in 75 jaar

De Tsjechische trekkerfabrikant Zetor vierde op 15 maart dat het merk 75 jaar bestaat. De geschiedenis van Zetor gaat terug naar het jaar 1918 toen de Tsjecho-Slowaakse overheid de wapenfabriek in Brno oprichtte.  

De Tsjechische trekkerfabrikant Zetor vierde op 15 maart dat het merk 75 jaar bestaat. De geschiedenis van Zetor gaat terug naar het jaar 1918 toen de Tsjecho-Slowaakse overheid de wapenfabriek in Brno oprichtte.

Die wapenfabriek verkocht haar producten onder de naam Zbrojovka. Het staatsbedrijf focuste op de productie van (machine)geweren. Later in de jaren ’20 werd er een nieuwe fabriek gebouwd en ging het bedrijf naast wapens ook motoren, auto’s en andere machines produceren.

Tijdens de Duitse bezetting produceerde het bedrijf wapens voor de Duitsers en in 1944 werd de fabriek ernstig beschadigd tijdens de bombardementen van Brno. Na de oorlog, in de zomer van 1945, begon de ontwikkeling van de eerste Zetor trekker onder leiding van František Musil. Op 14 november van hetzelfde jaar was het eerste functionele prototype klaar. Later zou dat prototype de Zetor Z-25 woren. De naam Zetor bestaat uit de woorden Zet (hoe je de eerste letter van Zvbrovka uitspreekt) en or van tractor.

Start trekkerproductie

Op 15 maart 1946 werden de eerste drie Zetor Z-25 trekkers aan klanten overhandigd, maar het duurde tot 17 augustus 1946 tot de serieproductie startte. In 1947 werden er ongeveer 3.400 trekkers gebouwd en kwam er een kleiner model bij: de Zetor 15. Daarvan werden er 2.215 stuks gebouwd, waarna in 1949 de productie van die trekker stopte. De zetor 25 werd in 1948 vervangen door de een standaardmodel van de 25A en 25K, een trekker met meer bodemvrijheid. Van de Zetor Z-25, 25A en 25K zijn tot 1961 in totaal 158.570 stuks gebouwd waarvan 97.000 werden geëxporteerd.

In 1955 introduceerde Zetor de grotere 35 Super met een motor gebaseerd op die van de Zetor 25, maar dan met een vermogen van 30,8 kW (42 pk) en een doorontwikkelde versie van de versnellingsbak van de Zetor 15. Een jaar later kwam de Zetor Super P op de markt, een rupsuitvoering van de 35 Super. De Super P ging in 1958 uit productie en de 35 Super werd in 1960 vervangen door de 50 Super met een hoger toerental en een vermogen van 36,7 kW (50 pk). Daarvan zijn tot 1968 meer dan 150.000 stuks zijn gebouwd.

UR I

In 1960 introduceerde Zetor de UR I serie bestaande uit de modellen 2011, 3011 met achterwielaandrijving en de 3045 met vierwielaandrijving. De trekkers hadden een vermogen van respectievelijk 16,1 kW (22 pk) en 25,7 kW (35 pk). In 1962 werd nog de 4011 met een vermogen van 33 kW (45 pk) toegevoegd. Naast standaarduitvoeringen waren er ook nog smalspoor versies leverbaar. In 1966 werden de Zetor 5511 en 5545 van 50,4 kW (55 pk) met een vierkante motorkap aan het programma toegevoegd. Weer een jaar later werden de eerste UR I modellen vervangen door de 2511, 3511, 3545 en de 4511.

Samenwerking met Ursus en uitbreiding in het buitenland

Op basis van het economische beleid van Tsjecho-Slowakije en Polen gingen Zetor en Ursus samenwerken op het gebied van trekkers. Door de samenwerking kon Ursus met de Zetor UR I trekkers als inspiratiebron de C-4011 trekker bouwen. Ook bij grotere modellen de Ursus later bouwde waren de overeenkomsten met Zetor goed te zien. In 1964 besloot Zetor flink in het buitland uit te breiden door assemblagelijnen op te zetten in India en Irak. In 1971 bouwde Zetor een complete fabriek in Irak en tekende de fabrikant een licentieovereenkomst met HMT om de Zetor 2511 onder de merknaam HMT in India te bouwen. Ook leverde Zetor tussen 1968 en 1974 ongeveer 4.000 trekkers op kooiwielen voor in de rijstvelden aan het Japanse Iseki.

UR II en veiligheidscabines

In 1968 introduceerde Zetor de UR II Crystal 8011 en 8045 van 58,8 kW (80 pk) die voorzien waren van een veiligheidscabine. Die cabine kwam jaren 70 ook op de kleinere UR I modellen. Het duurde tot 1974 voor Zetor met zijn eerste zescilinder trekkers kwam. Dat waren de Crystal 12011 en Crystal 12045 met een vermogen van 84,5 KW (115 pk). In 1980 werden de Crystal 10011 en Crystal 10045 met een viercilinder turbo van 69,8 kW (95 pk) en de Crystal 16045 met een zescilinder turbo van 110,2 kW (150 pk) aan de serie toegevoegd.

In 1981 werd er door de Tsjecho-Slowaakse regering besloten om de productie van de Zetor Crystal trekkers over te plaatsen naar Martin (Slowakije), terwijl de UR I modellen nog in Brno werden geproduceerd. Zetor startte in 1983 met het exporteren van trekkers naar de Verenigde Staten.

UR III en privatisering

De val van het communisme in 1990 en het uiteenvallen van Tsjechoslowakije in 1992 zorgde ervoor dat Zetor geen middelgrote trekkers meer in het programma had, omdat de fabriek waar de Crystal modellen werden gebouwd op Slowaaks grondgebied stond en verder ging onder de merknaam ZTS. Dat zorgde voor de introductie van de UR III trekkerserie in 1992 bestaande uit de modellen 8520 Turbo, 8540 Turbo, 9520 Turbo en de 9540 Turbo met vermogens van 61,7 kW (84 pk) en 70,5 kW (96 pk). In 1995 werden de 7520 en 7540 met 52,1 kW (71 pk) en de 10540 van 75,7 kW (103 pk) toegevoegd aan de serie.

In 1993 werd Zetor geprivatiseerd en werd een deel verkocht aan de Consolidation Bank. In hetzelfde jaar sloot de fabrikant een overeenkomst met John Deere om trekkers uit de UR I en UR III serie voor de Zuid-Amerikaanse markt te bouwen. Die trekkers werden onder de naam John Deere verkocht.

Daarnaast werden in de jaren ’90 Zetor en ZTS trekkers via Motokov Australia onder de Agtor naam verkocht. In 1999 werd de eerste UR III serie vernieuwd en vervangen door de Forterra serie met vermogens van 62,4 kW (85 pk) tot 80,8 kW (110 pk) waarvan het topmodel een watergekoelde zescilinder van SDF had.

21ste eeuw

In 1998-1999 werd bijna de helft van de aandelen van de Consolidation Bank gekocht door Motokov. Dat leidde tot het stilzetten van de trekkerproductie wegens een gebrek aan kapitaal. Een jaar later werd het aandeel van Motokov weer overgedragen aan de Consolidation Bank om een geschikte investeerder te vinden. In 2002 werd Zetor overgenomen door HTC Holding die in hetzelfde jaar ZTS overnam.

In het jaar 2000 introduceerde Zetor de Major serie en in 2004 voegde de fabrikant de Proxima serie toe. Die laatstse moest de UR I serie vervangen. In 2015 kwam de Crystal serie terug met vermogens van 110,2 (150 pk) en 117,5 kW (160 pk). In 2017 introduceerde Zetor de Utilix en Hortus met vermogens van 29 kW (40 pk) tot 51 kW (70 pk). Daarmee richtte de fabrikant zich voornamelijk op de groensector. Twee jaar later in 2019 kwam daar de Primo HT 20 met een vermogen van van 18,3 kW (25 pk) en de Compax serie met een vermogen van 18,3 kW (25 pk) tot  27,5 kW (37 pk) bij.

In 2020 tekende Zetor een samenwerkingsovereenkomst met Vst Tillers om gezamenlijk trekkers te ontwikkelen voor de Indiase markt. Tot op het heden heeft Zetor 1,3 miljoen trekkers gebouwd.