De Europese mechanisatiesector verwacht dit jaar 5 procent meer omzet te boeken dan het afgelopen boekjaar. Dat blijkt de Business Barometer van de CEMA, de Europese vereniging voor de landbouwmachine-industrie. De huidige stemming is door de omstandigheden in Oekraïne gedaald.
In de Business Barometer wordt het stemmingsniveau in de sector weergegeven in een index van -100 tot +100 punten. Vorig jaar lag de piek in mei met +72 punten. De stemming op dit moment wordt beoordeeld met +30 punten. Vorige maand was dat nog +53.De punten worden gegeven door 140 fabrieksvertegenwoordigers uit de negen CEMA-landen. Zij vullen maandelijks een enquête in. De negen landen worden vertegenwoordigd door de VDMA (Duitsland), FederUnacoma (Italië), Axema (Frankrijk), AEA (Verenigd Koninkrijk), Agoria (België), Ansemat (Spanje), Metaltechnology Austria (Oostenrijk, Danish Agro Industry (Denemarken) en Fedecom.
De vertegenwoordigers verwachten dit jaar 5 procent meer omzet te boeken dan vorig jaar. Hoewel de situatie in Oekraïne zal leiden tot een mindere afzet in Oost-Europa, denken de meeste fabrikanten dat te kunnen compenseren met de groei die beoogd wordt in Noord- en Zuid-Amerika, West-Europa, Australië en Nieuw Zeeland.
De consequenties van de oorlog van Rusland tegen Oekraïne lijken de toeleveranciers meer te schaden dan de machinemarkt. Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne waren in 2021 samen goed voor net geen 5 procent van de totale omzet van de 140 fabrikanten. Het kan dus, zo denkt de CEMA, draaglijk zijn om orders uit de landen te verliezen. Wel dreigt er nog altijd een probleem in de productie van trekkers en maaidorsers. Door prijsstijgingen en knelpunten aan de kant van de onderdelenleveranciers denkt 81 procent van de maaidorserbouwers en 70 procent van de trekkerfabrikanten de productie tijdelijk te moeten stoppen binnen nu en een maand.
