De Europese mechanisatiesector is in juli iets beter gestemd dan in de eerste helft van 2022. Dat blijkt uit de Business Barometer van de CEMA, de Europese vereniging voor de landbouwmachine-industrie.
De Business Barometer wordt gemaakt aan de hand van een maandelijkse enquête onder 140 fabrieksvertegenwoordigers uit de negen CEMA-landen. De negen landen worden vertegenwoordigd door de VDMA (Duitsland), FederUnacoma (Italië), Axema (Frankrijk), AEA (Verenigd Koninkrijk), Agoria (België), Ansemat (Spanje), Metaltechnology Austria (Oostenrijk, Danish Agro Industry (Denemarken) en Fedecom.
Nog altijd spelen prijsstijgingen en tekorten bij toeleveranciers een grote rol in de landbouwmachine-industrie. Toch is het aantal fabrikanten dat een tijdelijke productiestop voorziet gedaald naar 35 procent. Een meerderheid denkt in de komende zes maanden een omzetstijging te kunnen realiseren. Met name de Franse en Duitse fabrikanten zijn daarover optimistisch. Daarentegen zijn de voorraden bij dealers van zowel gebruikte als nieuwe machines onder een optimaal niveau.
Het personeelsbestand van de Europese fabrikanten blijft in 81 procent van de gevallen ongewijzigd. 16 procent denkt meer werknemers nodig te hebben. 3 procent geeft aan het met minder medewerkers te kunnen doen.
