De voorraad van nieuwe en gebruikte machines bij Europese dealers is nog altijd laag. Dat blijkt uit de Business Barometer van de CEMA, de Europese vereniging voor de landbouwmachine-industrie.
De lage voorraden, stijgende prijzen en een tekort aan de kant van toeleveranciers is de stemming in de Europese mechanisatiesector niet optimaal. In de Business Barometer wordt het stemmingsniveau in de sector weergegeven in een index van -100 tot +100 punten. Vorig jaar lag de piek in mei met +72 punten. De stemming op dit moment wordt beoordeeld met +12 punten. Vorige maand was dat +13. De punten worden gegeven door 140 fabrieksvertegenwoordigers uit de negen CEMA-landen. Zij vullen maandelijks een enquête in. De negen landen worden vertegenwoordigd door de VDMA (Duitsland), FederUnacoma (Italië), Axema (Frankrijk), AEA (Verenigd Koninkrijk), Agoria (België), Ansemat (Spanje), Metaltechnology Austria (Oostenrijk, Danish Agro Industry (Denemarken) en Fedecom.
De fabrieksvertegenwoordigers geven aan dat tekorten inderdaad nog op de loer liggen, maar dat er wel sprake lijkt van enige verbetering. Het percentage fabrikanten dat denkt aan een productiestop vanwege de tekorten is dan ook gedaald naar 28 procent ten opzichte van 31 procent in de vorige maand.
Kijkend naar de machinehandel in de verschillende CEMA-landen is de stemming in Duitsland wat getemperd. Het vertrouwen en de investeringsbereidheid in Frankrijk is sterk. In Scandinavië en Zwitersland is er sprake van een stijgende trend.
Tevreden met gang van zaken
Hoewel de index nog geen positieve stemming toont, geeft 45 procent van de Europese fabrikanten aan tevreden te zijn met de huidige gang van zaken. Gedurende de zomer lag dat percentage duidelijk lager. Het aantal fabrieksvertegenwoordigers dat zeer tevreden is, is ten opzichte van vorige maand weer iets gestegen. 34 procent geeft aan een omzetstijging te verwachten in de komende zes maanden. Bij 24 procent van de fabrikanten wordt een omzetdaling ingecalculeerd.
Als het gaat om het personeelsbestand denkt 20 procent van de Europese machinebouwers meer werknemers nodig te hebben. 6 procent geeft aan het met minder personeel te kunnen doen. Voor tijdelijke medewerkers is het minder rooskleurig. Bij 26 procent van de fabrikanten zitten zij op de schopstoel. Daarentegen denkt 13 procent meer tijdelijk personeel aan te moeten trekken.