Het aantal orders dat Europese machinefabrikanten momenteel ontvangen is ten opzichte van vorig jaar gedaald. Dat blijkt uit de Business Barometer van de CEMA, de Europese vereniging voor de landbouwmachine-industrie.
In de Business Barometer wordt het stemmingsniveau in de sector weergegeven in een index van -100 tot +100 punten. Vorig jaar lag de piek in mei met +72 punten. De stemming op dit moment wordt beoordeeld met +11 punten, terwijl dat vorige maand nog +16 was. De punten worden gegeven door 140 fabrieksvertegenwoordigers uit de negen CEMA-landen. Zij vullen maandelijks een enquête in. De negen landen worden vertegenwoordigd door de VDMA (Duitsland), FederUnacoma (Italië), Axema (Frankrijk), AEA (Verenigd Koninkrijk), Agoria (België), Ansemat (Spanje), Metaltechnology Austria (Oostenrijk, Danish Agro Industry (Denemarken) en Fedecom.
Na de start van de oorlog in Oekraïne daalde het vertrouwen in de sector. Aan het begin van dit jaar leek er sprake van een verbeterde stemming, maar dat is nu niet meer het geval. Het aantal orders staat nu gelijk aan een productietijd van 5,5 maanden. Dat is, zo meldt de CEMA, in historisch perspectief niet slecht, maar wel aanzienlijk lager dan in het afgelopen jaar.
De omzetverwachting voor de komende zes maanden is naar beneden bijgesteld. Dat geldt vooral voor grote markten als Italië, Spanje en Polen. In Frankrijk en Duitsland is het vertrouwen nog van een goed niveau.
