Het humeur van Europese machinefabrikanten is sinds de uitbraak van corona niet zo slecht geweest als nu. Dat blijkt uit Business Barometer van de CEMA, de Europese vereniging voor de landbouwmachine-industrie.
In de Business Barometer wordt het stemmingsniveau in de sector weergegeven in een index van -100 tot +100 punten. Vorig jaar lag de piek in mei met +72 punten. De stemming op dit moment wordt beoordeeld met +1 punt, terwijl dat vorige maand nog +11 was. De punten worden gegeven door 140 fabrieksvertegenwoordigers uit de negen CEMA-landen. Zij vullen maandelijks een enquête in. De negen landen worden vertegenwoordigd door de VDMA (Duitsland), FederUnacoma (Italië), Axema (Frankrijk), AEA (Verenigd Koninkrijk), Agoria (België), Ansemat (Spanje), Metaltechnology Austria (Oostenrijk, Danish Agro Industry (Denemarken) en Fedecom.
Als gevolg van onzekerheid op de markt, hebben de fabrieksvertegenwoordigers hun toekomstverwachtingen naar beneden bijgesteld. De verschillende tussen de verschillende markten is vergroot. Fabrikanten die actief zijn in de veehouderij en voederwinning zijn nu nog tevreden, trekker- en machinefabrikanten zijn dat niet. Voor de rest van 2023 verwachten de vertegenwoordigers toch nog een lichte omzetstijging. Dat komt vooral door het voorjaar waarin eerder opgelopen orderachterstanden zijn weggewerkt.
