De Belgische tuin- en parkmachinedealers verbeterden hun financiële positie de afgelopen jaren. Dat blijkt uit een analyse van jaarrekeningen over de periode 2021 tot en met 2024, door brancheorganisatie Fedagrim.
De studie laat zien hoe tuinmachinedealers hun balans hebben verbeterd, ondanks druk op de winstmarges en een onzekere marktomgeving aan het einde van 2024. Volgens Fedagrim staan de Belgische tuin- en parkmachinedealers er financieel solide voor. De bedrijven combineren een sterke solvabiliteit met een ruime liquiditeit. Tegelijkertijd lijkt het er op dat dealers eind 2024 vooral voorzichtig te werk gingen en investeringen uitstelden. Daarmee lijkt de sector goed bestand tegen onzekerheden, maar de vraag blijft wel wanneer die financiële ruimte wordt omgezet in nieuwe investeringen en voorraadopbouw.
De solvabiliteit van de sector nam toe van 42,7 procent in 2021 naar 46,0 procent in 2024. Tegelijkertijd daalde de schuldgraad van 0,57 naar 0,54. Daarmee steunen tuinmachinedealers steeds meer op eigen vermogen en bouwen zij hun schulden verder af. Dat wijst op een hogere financiële weerbaarheid en een sterkere balansstructuur.
De rendabiliteit laat een gemengd beeld zien. De nettomarge daalde geleidelijk van 4,5 procent in 2021 naar 3,9 procent in 2023 en komt voorlopig uit op 3,2 procent in 2024. Fedagrim laat het cijfer voor 2024 buiten beschouwing, omdat laattijdig gepubliceerde jaarrekeningen nog ontbreken in het gemiddelde. Daar staat wel tegenover dat het netto-rendement op eigen vermogen juist steeg, van 19,4 procent in 2021 naar 21,9 procent in 2023. Dit wijst erop dat de sector het beschikbare kapitaal efficiënter inzet, ondanks de afnemende marges.
Op het vlak van liquiditeit valt vooral de sterke stijging van de current ratio op. Deze nam toe van 4,85 in 2021 naar 8,15 in 2024. Volgens Fedagrim duidt dit op zeer ruime kortetermijnbuffers en mogelijk zelfs een bovenmatig cashniveau. Die ontwikkeling kan ook worden verklaard door terughoudendheid bij het aanleggen van nieuwe voorraden. Eind 2024 was geopolitiek onzeker, terwijl een laat tuinseizoen leidde tot lagere voorraden en een hoge liquiditeit aan het einde van het boekjaar.