Favoriet

Bedrijfsnieuws

Ruzie in het internationale beurzenland: waar gaat het over?

Eind vorige week maakte beursorganisator Comexposium in een persbericht officieel bekend dat de volgende editie van de Franse landbouwmachinetentoonstelling Sima niet in februari 2021 plaatsvindt, zoals we al jaren gewend zijn, maar vier maanden eerder. In november 2020. Eima is boos.

Eind vorige week maakte beursorganisator Comexposium in een persbericht officieel bekend dat de volgende editie van de Franse landbouwmachinetentoonstelling Sima niet in februari 2021 plaatsvindt, zoals we al jaren gewend zijn, maar vier maanden eerder. In november 2020.

Daarmee verschuift de beurs dus van de oneven naar de even jaren. Of anders geformuleerd, je kunt naar Sima in het jaar waarin je niet naar Agritechnica hoeft. In de wollige video laat de beursorganisator weten dat de landbouw verandert, dat Sima daar al vanaf 1922 getuige van is en dat het dat de komende tijd ook zal zijn. “De derde landbouwrevolutie is onderweg en Sima moet dat laten zien.” Je zou daaruit de conclusie kunnen trekken dat die veranderende landbouw de aanleiding is voor de beursorganisatie om Sima op een ander tijdstip te laten plaatsvinden. Maar dat is het niet. Er zijn weliswaar verschillende redenen, maar niet deze.

Agritechnica

Dat een machinebeurs in het najaar beter past in het investeringstraject van de boeren, is over duidelijk. Niet voor niets vinden de meeste landbouwtentoonstellingen tussen de oogst en kerst plaats. Sima verschuift naar november. Het tijdstip waarop ook Agritechnica plaatsvindt. Deze Duitse mechanisatiebeurs is ondertussen uitgegroeid tot de grootste en meest invloedrijke landbouwmachinetentoonstelling van Europa. Wat zeg ik? Van de wereld. Daar heeft Sima last van.

Nieuws is noodzaak

De fabrikanten, de beursdeelnemers dus, bewaren hun grootste noviteiten voor de belangrijkste beurs. Daar waren nieuwe trekkerseries voor het eerst te zien, daar werden nieuwe machines geïntroduceerd en daar werd het startschot gegeven voor nieuwe digitale initiatieven. Op Sima gebeurde dat niet. Dat zag de Sima-beursorganisatie ook. Een beurs leeft nu eenmaal op het nieuws dat er te zien is. Daarvan gaan foto’s rond op internet, daarvan komen de verhalen in de vakbladen en daarover praten de bezoekers vlak voor ze de beursvloer op gaan: ‘Heb je de nieuwe die-en-die al gezien?” Dit jaar bleef die verrassing tijdens Sima uit.

Geldprobleem

Natuurlijk, er was nieuws. En natuurlijk, de beurs was nog steeds interessant genoeg om de laatste ontwikkelingen en trends te zien. Maar ondanks de introductie van een nieuw model hier en daar en zelfs een nieuw trekkermerk ten spijt, moet je voor het echte grote en spectaculaire nieuws toch echt naar Hannover. Om daar verandering in te brengen, kon de beursorganisatie niet anders dan de beurs verplaatsen. Naar november, in het jaar dat Agritechnica niet plaats vindt. Daarmee lost Comexposium meteen het probleem op waar de meeste grote fabrikanten tegen aan liepen die op beide beurzen aanwezig willen zijn. Het geldprobleem.

Eima

Twee grote beurzen in hetzelfde jaar doen een grote aanslag op het totale PR- en marketingbudget van zo’n fabrikant. Zouden ze dat over twee jaar kunnen spreiden, dan zouden ze toch naar Sima blijven komen. Tenminste, dat is het idee. Want daarmee rekent Sima het feit dat er nog meer beurzen in Europa plaatsvinden voor het gemak maar even niet mee. Een van die ‘andere’ beurzen is Eima. Een landbouwtentoonstelling die toevalligerwijs ook in november plaats vindt. In de jaren dat er geen Agritechnica is.

Eima trekt meer bezoek

De landbouwtentoonstelling in het Italiaanse Bologna trok het afgelopen jaar 317.000 bezoekers en 1.950 standhouders. Zet dat af tegen Sima en je ziet al snel welke van de twee de grootste is. Sima trok dit jaar namelijk 1.800 standhouders en 230.000 bezoekers. Dat het aandeel standhouders op Eima groter is, zegt overigens niet zo heel veel. Eima trekt namelijk heel veel kleine toeleveranciers van componenten. Komend jaar, in 2020 dus, vindt Eima van 11 tot en met 15 november plaats. Sima opent zijn deuren volgens het nieuwe regime op 8 november en sluit weer op 12 november. Er is dus sprake van een overlap in beursdata. Het kon niet anders, laat de organisatie van Sima weten. Het beurscomplex Paris Nord Villepinte in Parijs had nog maar weinig plaats over in de beurskalender. Voor bezoekers is zo’n overlap geen ramp. Zoveel mensen bezoeken beide beurzen immers niet.

Italiaanse fabrikanten

Voor de standhouders is het probleem een stuk groter. Want wil je op beide beurzen vertegenwoordigt zijn, dan moet je ook voldoende nieuwe machines voor beide beurzen beschikbaar hebben. Je moet extra menskracht vrij maken. Voor de standbemensing en voor op- en afbouw. En je moet een stand laten maken. Dat zal in veel gevallen niet lukken, kun je nu al rustig concluderen. Fabrikanten zullen keuzes maken. Dat de Italiaanse fabrikanten kiezen voor hun eigen, door FederUnacoma georganiseerde, tentoonstelling is niet zonneklaar, maar ligt wel voor de hand. Kleine kunnen sowieso niet naar beide shows. En ook bij de groten is dat maar de vraag. Sima houdt er al rekening mee dat er van de 110 Italiaanse standhouders die dit jaar op Sima vertegenwoordigt waren, het leeuwendeel – zo niet alle – volgend jaar niet naar Parijs komen. Denk daarbij aan fabrikanten als Ferbo, Celli, Faresin, Argo Tractors en Maschio Gaspardo. De laatste twee zijn toch grote afnemers van standruimte.

Witheet

De organisatie van Eima was witheet, toen Sima het nieuws naar buiten bracht. Dat Sima in 2022 van 30 oktober tot 3 november zal plaatsvinden, een of twee weken eerder dan Eima, omdat de kalender dat dan wel toelaat, maakt daarbij niets uit. Wat dat betreft verschilt het internationale beurzenland niet van het Nederlandse. Iedere beurs vecht voor zijn eigen plek. Welke overleeft? Dat is de vraag. Dat Agritechnica alleen maar sterker wordt van al dit gedoe, daar kun je met gerust hart vanuit gaan.