Zo’n duizend werknemers van CNH Industrial in Racine (Wisconsin) en Burlington (Iowa) zijn vorige week in staking gegaan nadat onderhandelingen met de werkgever op niets waren uitgelopen. De stakers eisen een hoger loon en betere pensioenvoorzieningen.
CNH Industrial laat weten teleurgesteld te zijn dat de partijen niet tot overeenstemming zijn gekomen en dat de vakbond een staking heeft uitgeroepen. Het bedrijf zegt zich te blijven inzetten om tot een overeenkomst te komen. CNH staat open voor nieuwe onderhandelingen en vertrouwt erop dat de vakbond daar hetzelfde in staat.
Volgens de vakbond United Auto Workers (UAW) staken de leden ‘voor de mogelijkheid om een fatsoenlijk inkomen te verdienen en om met waardigheid met pensioen te gaan’. Volgens de bond verdienen de werknemers nu simpelweg te weinig om rekeningen en studieleningen te betalen. Daardoor moeten ze veel uren maken om het hoofd boven water te houden.
In de fabriek in Burlington worden onder meer voorladers en maaiborden gebouwd voor de CNH-merken Case IH en New Holland. De fabriek in Racine bouwt CNH onder meer de New Holland T8-modellen en de Case IH Magnum-trekkers. CNH Industrial realiseerde vorig jaar een winst van 1,8 miljard dollar (1,7 miljard euro).
Eind vorig jaar legden circa 10.000 leden van dezelfde vakbond het werk neer bij concurrent John Deere. Die staking duurde zes weken en leidde uiteindelijk tot een nieuwe zesjarige overeenkomst.
