Grondbewerking
Ritnaald houdt niet van grondbewerking
De vreetschade van ritnaalden in aardappelen is de laatste jaren in Duitsland flink toegenomen. Een intensieve stoppelbewerking biedt wat soelaas, blijkt uit Duits onderzoek.
Dat de schade door ritnaalden toeneemt, schrijven onderzoekers toe aan minder grondbewerking, een toename van de teelt van vanggewassen en het veranderende klimaat. Daardoor is de levenscyclus van de ritnaald verkort van vijf naar twee jaar voordat de larve verpopt en in het voorjaar transformeert tot een kniptor. De vrouwelijke kniptor legt dan haar eieren van het voorjaar tot de vroege zomer.
Twee Duitse instituten onderzochten afgelopen jaar het bestrijdingseffect van twee chemische middelen (Ercole en Force Evo) en twee biologische preparaten (AgriMet en Attracap). De resultaten waren niet heel bevredigend. Uit ouder onderzoek blijkt wel dat ritnaalden gevoelig zijn voor intensieve grondbewerking in de zomer. Door kort na de graanoogst de grond intensief te bewerken, bestrijd je vooral de jonge larven en de eieren. In het onderzoek werd na de oogst de grondbewerking vier keer uitgevoerd met telkens een week ertussen met een bestrijdingseffect van 60 procent.