Trekkers
75 jaar trekkers: De jaren 2000
Landbouwmechanisatie bestaat 75 jaar. Tijd om terug te kijken naar de ontwikkeling van trekkers in de afgelopen 75 jaar. In het zesde deel de jaren 2000.
Landbouwmechanisatie bestaat 75 jaar. Tijd om terug te kijken naar de ontwikkeling van trekkers in de afgelopen 75 jaar. In het zesde deel de jaren 2000.
In de jaren 2000 werden trekkers veel moderner en nam het gebruik van elektronica steeds verder toe. Steeds meer fabrikanten konden hun trekkers af fabriek uitrusten met GPS, en met de introductie van de ISOBUS werd de elektronische aansturing van werktuigen gestandaardiseerd.
De verscherping van de Europese emissie-eisen leidde tot het einde van trekkers met luchtgekoelde motoren. Ook verdwenen trekkers met een schuin aflopende neus bij veel merken uit het programma.
Er vonden diverse overnames plaats. Zo werd Argo in 2000 volledig eigenaar van Landini en kocht het de Doncaster-fabriek van CNH, evenals de merkrechten van McCormick. AGCO kocht in 2001 Valtra van Partek en een jaar later, in 2002, nam het de Challenger-trekkerlijn van Caterpillar over. In 2003 kocht Claas 51% van Renault Agriculture, en in 2008 werd Claas volledig eigenaar, waardoor het merk Renault van de markt verdween.
Zetor werd in 2002 onderdeel van de HTC-holding, en in 2005 werd het Duitse Holder overgenomen door het Turkse Uzel, dat in 2007 ook een meerderheidsbelang in Ursus verwierf.
AGCO besloot in 2001 de namen AGCO-Allis en AGCO-White te laten vallen en begon trekkers onder de naam AGCO te verkopen. Het Franse Dromson begon in 2001, na het verwerven van de Eicher-naam, met het bouwen van trekkers onder deze merknaam. In 2007 ging het bedrijf failliet, waarna Hissink uit Oeken nog enkele door Carraro gebouwde Eicher-trekkers assembleerde.
Ursus ging in 2003 failliet, maar kon een doorstart maken. De Roemeense trekkerfabrikant Universal, die in 2007 failliet ging, sloot daarentegen definitief zijn deuren.
In het jaar 2000 bracht Same de Rubin 200 op de markt. Deze trekker was uitgerust met een 6-liter watergekoelde zescilindermotor met een vermogen van 146,8 kW (200 pk). De versnellingsbak had 18 versnellingen vooruit en 18 achteruit, waarmee een snelheid van 40 km/u kon worden bereikt.
Als optie bood Same het Galileo-cabinesysteem aan. Dit systeem maakte het mogelijk om de cabine met behulp van hydraulische cilinders horizontaal te houden op hellingen. Het Galileo-systeem was ook beschikbaar op de Rubin 160 en Rubin 180, evenals op de grotere Lamborghini Champion-modellen, waar het bekend stond als de Intel Cab.
Het cabinesysteem verdween in 2004 van de markt, samen met de Rubin-serie.
In het jaar 2000 presenteerde de Italiaanse fabrikant van verreikers Merlo zijn Multifarmer 30.6: een verreiker die ook inzetbaar was als trekker. Deze machine was uitgerust met een Deutz-viercilindermotor met een vermogen van 84 kW (114 pk). De versnellingsbak was een hydrostaat met een maximale snelheid van 40 km/u.
Daarnaast beschikte de Multifarmer over een achteraftakas met 540/1000 toeren en een hefinrichting met een hefvermogen van 4.300 kg. Optioneel kon de machine worden geleverd met een frontaftakas van 1000 toeren.
De productie van de Multifarmer begon eind 2001. Later brachten ook Terex, Landini en McCormick een verreiker op de markt, voorzien van aftakas en hefinrichting.
In 2007 presenteerde Same zijn Dorado F 110 Continuo smalspoortrekker. Deze trekker was uitgerust met een 4-liter SDF-viercilindermotor met een vermogen van 78 kW (106 pk). Nieuw was de CVT-versnellingsbak, waarmee Same de eerste fabrikant werd die een smalspoortrekker met CVT introduceerde.
De Dorado F 110 Continuo ging echter niet in serieproductie. Een jaar later, op de EIMA, presenteerde Same de Frutteto³ 110 Continuo, maar ook deze trekker werd niet in serie geproduceerd.
In 2009 volgde de introductie van de Fendt 200 Vario-serie en zijn smalspooruitvoeringen, die allemaal waren voorzien van een CVT-transmissie. Pas in 2018 werden de Same Frutteto smalspoortrekkers met CVT daadwerkelijk leverbaar.
In 2008 introduceerde Massey Ferguson de 8690 Dyna-VT, uitgerust met een 8,4-liter Sisu-zescilindermotor met een maximaal vermogen van 272 kW (370 pk). De trekker beschikte over een traploze CVT-transmissie met een maximale snelheid van 40 km/u; een uitvoering met 50 km/u was optioneel verkrijgbaar.
Om te voldoen aan de Europese Stage IIIB-emissienormen werd de motor voorzien van SCR-technologie. Dit systeem maakt gebruik van ureum, dat onder de naam AdBlue op de markt wordt gebracht. Via een chemische reactie zet het SCR-systeem stikstofoxiden (NOx) om in water en stikstof.
Veel fabrikanten pasten deze techniek al snel toe, met uitzondering van John Deere, dat pas bij de invoering van de Stage IV-normen begon met het gebruik van SCR op zijn trekkers.
Tegenwoordig is SCR-techniek op trekkers met een vermogen van meer dan 80 pk niet langer verkrijgbaar.
In 2006 introduceerde John Deere de 7030 Premium-serie, die in 2008 werd uitgebreid met de 7030 Premium E-modellen. Het topmodel was de 7530 Premium E, voorzien van een 6,8-liter zescilindermotor met een maximaal vermogen van 138 kW (188 pk). De trekker was uitgerust met een traploze CVT-transmissie en had een maximale snelheid van 40 km/u.
Een opvallende vernieuwing was de geïntegreerde generator, die een vermogen van 26 kW leverde voor de aandrijving van elektrisch aangedreven werktuigen. Elektrische aandrijving heeft als voordeel dat er geen aftaktussenas nodig is, en uit diverse tests bleek bovendien dat het brandstofverbruik tot wel 6% lager lag.
In 2011 werd de 7030 Premium-serie vervangen door de 6R-serie. Het model 6210RE was hierbij uitgerust met een vergelijkbare generator.
In 2009 presenteerde New Holland zijn prototype van een brandstofceltrekker op waterstof. De trekker was gebaseerd op de bestaande T6000-serie en leverde een vermogen van 75 kW (106 pk). Hij was uitgerust met een CVT-transmissie. De trekker ging nooit in serieproductie.
In 2020 toonde Scholman een ombouwkit om een New Holland T5.140 te transformeren tot een dual fuel-trekker. Deze maakte wel gebruik van een conventionele verbrandingsmotor.
Tijdens de Agritechnica van 2009 toonde de Wit-Russische trekkerfabrikant Belarus de 3023: een hybride diesel-elektrische trekker. Deze was uitgerust met een generator die 172 kW gelijkstroom leverde. De wielen werden aangedreven door elektromotoren, en optioneel was een elektrisch aangedreven frontaftakas beschikbaar.
De trekker ging echter niet in productie. In 2018 kondigde het bedrijf een verbeterde versie aan, de 3623, die eind 2018 in productie zou gaan. Maar dat is nooit gerealiseerd.