De consolidatie in de landbouwmachinewereld zet voort. Machinefabrikanten worden en-masse verkocht. Verhuisde eerst Kverneland naar Kubota, vorig jaar was het de beurt aan de Deense coöperatie DLG om zijn landbouwmachinefabrikant Kongskilde aan New Holland te verkopen. En nu doet Lely haar hooibouwtak van de hand.
Gedreven door de slechte melkprijs en de daaruit voort vloeiende slechte resultaten van de zogenoemde Forage Divisie was Lely vorig jaar al – na zorgvuldige herbezinning en analyse aldus het bedrijf zelf – van plan de afdeling hooibouw te verkopen. Het was geen groot geheim dat Lely van die divisie af wilde. De hooibouwtak nam in 2016 een derde van de omzet voor zijn rekening. De melkdivisie, met daarin ondermeer de melkrobot, is belangrijker voor het bedrijf. Daar komt bij dat Lely voor de verkoop van de hooibouwmachines afhankelijk is van dealers. Dealers die steeds vaker door hun toeleveranciers – full-liners met een eigen trekkermerk – gedwongen worden om exclusief dat merk te voeren. Machinefabrikanten zoals Lely zijn het kind van de rekening. Ze zijn te klein om een vuist te maken en raken weer een afzetkanaal kwijt. Met het oog op de toekomst zou Lely beter af zijn zonder de hooibouwtak. Dat moet de huidige directeur Alexander van der Lely zeer doen. Lely heeft haar oorsprong in de hooibouw. Het bedrijf ontstond immers nadat Alexanders vader Cornelis en zijn broer Arij van der Lely in 1948 de harkkeerder bedachten.
Er werd even gespeculeerd dat New Holland Lely’s hooibouwtak zou kopen. Dat bedrijf kondigde immers twee jaar geleden openlijk aan op zoek te zijn naar een machinefabrikant om zo full-liner te kunnen worden. Gesprekken tussen New Holland en Lely zijn er naar verluidt wel geweest, maar die liepen op niets uit. Misschien wel omdat New Holland op zoek is naar koopjes. Nu gaat Agco, het moederbedrijf van Fendt, Massey Ferguson en Valtra, met het bedrijf aan de haal. Tenminste, dat is de bedoeling. De overname is nog niet helemaal in kannen en kruiken en ook de mededingingsautoriteit moet nog toestemming geven.
‘Agco wil opraapwagens en rondebalenpersen’
Waarom is Agco eigenlijk zo geïnteresseerd in de hooibouwafdeling van Lely? Het bedrijf heeft sinds 2007 al een eigen hooibouwlijn. Toen verwierf het de helft van aandelen van het Duitse Fella. In 2011 nam het de andere helft van de Fella aandelen over van Landini en McCormick moeder Argo. Sinds vorig jaar zijn die machines zelfs onder de namen Massey Ferguson en Fendt te koop. Er zijn echter wel een paar ontbrekende schakels in het productgamma van Fella: opraapwagens en ronde balenpersen.
Tekenend zijn de opmerkingen in het persberichten van zowel Lely als Agco. In beide uitingen leggen de bedrijven de nadruk op de expertise die Lely opbouwde op het gebied van opraapwagens en rondebalenpersen. Het kocht in 2008 persenfabrikant Welger en in 2010 nam het opraapwagenbouwer Mengele over. Lely geeft in zijn persbericht aan dat Agco de Duitse opraapwagen en persenfabrieken overneemt en dat de fabriek in Maassluis dicht gaat. De fabriek waar maaiers, schudders en harken worden gebouwd. Agco doet er nog een schepje boven op: ‘Lely’s hooibouwdivisie is een leidende fabrikant van persen en opraapwagens in Europa.’ Over de maaiers, schudders en harken, rept Agco in zijn geheel niet.
Agco’s directeur Martin Richenhagen maakte er geen geheim van dat het full-liner wil zijn. Daar hoort ook een opraapwagen bij. En in 2015 was er tijdens de Agritechnica ook een te zien. Die machine is echter nog niet te koop. Balenpersen had het wel in het pakket. Die kwamen echter van het Italiaanse Gallignani. En laat dat bedrijf ondertussen door Kverneland ingelijfd zijn. Met de overname van Lely gaat een lang gekoesterde wens van Richenhagen in vervulling. Het bedrijf maakt eindelijk rondebalenpersen in eigen huis.
Er zijn nog veel open eindjes omdat de overname nog niet helemaal in kannen en kruiken is. Wel is duidelijk dat Agco dit jaar de Lely machines nog onder de Lely naam zal verkopen. Vanaf het volgende seizoen (2017-2018) loopt het door elkaar. Er worden nog rode Lely machines verkocht, maar er zullen er ook onder de naam van een of meerdere Agco merken verkocht worden. Wat er daarna gebeurt, is onduidelijk. Blijft Agco de Lely naam voeren? De kans lijkt groter dat Agco de machines onder de merken Fendt en Massey Ferguson verkoopt. Daarnaast zal Agco naar alle waarschijnlijkheid ‘the best of’ van de Lely maaiers, schudders en harken overnemen in het Fella pakket. Dat kunnen hele machines zijn maar ook onderdelen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de unieke gebogen Lely schuddertand.
‘Vermeer is het kind van de rekening’
Hoewel er geen details zijn vrijgegeven lijkt het Amerikaanse familiebedrijf Vermeer het kind van de rekening. Het bedrijf verkoopt in de Verenigde Staten hooibouwmachines van Lely onder de eigen naam en kleur en nam met Lely van 2008 tot 2016 een aandeel in Welger en de fabriek in Wolfenbüttel. Het ontwikkelde ook samen met Lely een nonstopbalenpers. De kans dat Vermeer die machines kan blijven verkopen nadat Agco de scepter heeft overgenomen lijkt niet groot. Maar onmogelijk is het niet.