Log hier in om het maximale uit uw abonnement te halen.X

Iedere landbouwmachinebouwer vertelt trots hoeveel geld het bedrijf uitgeeft aan onderzoek en ontwikkeling. Voor John Deere is dat niet anders.

“Zonder winst heb je geen toekomst”, zegt Klaas Hoehn. Hoehn is vice-president Advanced Technology & Engeneering van John Deere. “Maar wil je een toekomst hebben, dan zul je ook wel moeten ontwikkelen.” En dat doet John Deere dan ook. Jaarlijks steekt het bedrijf er 4,5 miljoen, 1,3 miljard dollar in. Een deel daarvan wordt besteedt John Deere in het Moline Technology Innovation Centre. En daar treffen we Hoehn die, samen met zijn medewerkers, een glimp van de toekomst laat zien. Autonome machines, watermanagement en elektriciteit. Maar het blijft bij een glimp. Van te voren geeft Hoehn al aan dat hij niet op alle vragen antwoord zal  geven. “Dat is niet John Deeres werkwijze.” De journalist is gewaarschuwd, het spelletje kan beginnen. Want hoeveel kan en willen de ontwikkelingsmensen dan wel kwijt?

CAMERA EN LASER
Buiten het gebouw rijdt een Gator rondjes. Helemaal alleen. Camera’s houden de omgeving in de gaten. Sensoren detecteren warmteverschillen. Dat de trekkerbouwer aan autonome trekkers werkt, dat wisten we natuurlijk al. Met I-Tec Pro kunnen, dat al een jaar of vijf beschikbaar is, kunnen trekkers al over het veld rijden, zonder dat een bestuurder hoeft in te grijpen. De techniek is er. Een filmpje toont twee trekkers in een boomgaard in Florida, die zonder bestuurder, het gras tussen de bomen maaien. De trekkers volgen de gps-coördinaten die van te voren zijn ingegeven. Camera’s en lasers op de trekkercabine bepalen het onderscheid tussen bomen, gras en mensen en dieren. De techniek is gelijk aan die van de Gator die we net zagen. Een persoon, in een controlekamer zou met deze techniek zes trekkers in de gaten kunnen houden. Dat scheelt een hoop personeel. En je kunt bij nacht werken, waardoor de capaciteit flink toeneemt.

MEER KENNIS
Toch is er een keerzijde. De bestuurder wordt vervangen door een ‘bewaker’, die wel veel kennis moet hebben. En niet alleen dat, hij moet ook echt in staat zijn om zes trekkers in de gaten kunnen houden en problemen kunnen oplossen. “Kon je de afgelopen jaren, op een automatische  sturende trekker met een minder geschoolde bestuurder toe, dat wordt met zo’n master-slave systeem anders.”

CABINE
Dat machines door deze techniek kleiner en dus lichter kunnen worden is ook duidelijk. Een vloot van zelfrijdertjes kan namelijk net zoveel en misschien nog wel meer werk doen dan een grote, te zware, machine. Maar goedkoper? Dat lijkt er nog niet in te zitten. En ook de cabine verdwijnt nog niet zomaar van de trekker. “Het succes van de robotisering hangt van de bruikbaarheid en de gebruiksvriendelijkheid af. Wordt de techniek niet betrouwbaar genoeg, dan hebben we nog heel lang een cabine nodig.”