De RL 350 V-bietenlaadmachine van Kleine heeft tijdens de bietenrooidemonstratie in het Duitse Seligenstadt de meeste grond van de bieten gehaald in vergelijking met drie andere bietenlaadmachines. Het grondpercentage daalde bij de Kleine van 7,5 naar 4,1 procent.
Bieten worden in Duitsland voor transport naar de fabriek verladen met (vaak) zelfrijdende bietenladers. Deze machines halen in vergelijking met een kraan of shovel nog aanzienlijk wat grond van de bieten. Maar behalve dat, verergeren ze het percentage puntbreuk. In Seligenstadt werden vier machines met elkaar vergeleken.
Met de verlaging van het grondtarrapercage met 4,1 procentpunt, maakte de Kleine meer indruk dan de Terra Felis van 2 van Holmer en de Euro-Maus 4 van Ropa. Deze machines wisten het grondtarrapercentage beide van 7,5 te verlagen naar 5,9 procent. Tegelijkertijd slaagde de machine van Kleine erin om de wortelbreuk beperkt te houden: het percentage steeg van 2,1 naar 3,3 procent. Bij de bietenlaadmachines van Holmer en Ropa steeg het percentage wortelbreuk naar respectievelijk 3,3 en 4,2 procent.
Kleintje
Op de demonstratie was ook een nog een relatief kleine bietenlaadmachine te zien die voorop een JCB was gemonteerd. Deze Brettmeister Minimaus verlaagde het grondtarrapercentage van 7,5 naar 6,3 procent, het percentage wortelbreuk nam van 2,1 procent toe tot 4,0 procent.