Trekkers
Beste positie van de topstang
Het Duitse vakblad DLZ Agrarmagazin legt in het septembernummer uit wat de beste positie is van de topstang en de trekstangen bij verschillende werktuigen.
Als de beitels van een cultivator scherp zijn, dan trekken deze zichzelf de grond in. Een horizontale stand van de trekstangen tijdens het werk is dan oké. De topstang loopt bij voorkeur iets op naar het werktuig. Dezelfde regels gelden voor de ploeg. Zijn de beitels of de scharen wat minder scherp, dan werkt het beter als de trekstangen een fractie oplopen naar het werktuig. De ploeg of de cultivator wordt dan steeds een beetje in de grond getrokken. Anderzijds halen die trekstangen ook wat gewicht en daarmee trekkracht van de achterwielen af.
Voor de aanbouw van een werktuig is het volgens Agrarmagazin belangrijk om de hefstangen na te meten zodat ze precies even lang zijn. Ook zijn ze bij voorkeur zo kort mogelijk. Dan heffen ze het werktuig voldoende ver uit. Bij de ploeg is op dat punt extra winst te behalen (opdat bij het wentelen het achterste rister niet in de grond slaat) door de topstang steiler te zetten, oftewel duidelijk op te laten lopen naar het werktuig toe. Dat kan – als de pen in het werktuig onvoldoende bewegingsvrijheid heeft – echter als nadeel hebben dat een kleine dieptecorrectie via de vanghaken een vrij sterke reactie geeft achterin het werktuig.
Agrarmagazin merkt ook op dat de trekstangen tijdens het werk vrij moeten kunnen bewegen. Ook moeten die trekstangen (van bovenaf gezien) beide dezelfde hoek maken ten opzichte van de hartlijn van de trekker. Ten slotte merken de auteurs nog op dat het langdurig werken met lange hefstangen ertoe kan leiden dat de schroefdraad verroest en de hefstangen dus niet meer verstelbaar zijn. Het is maar dat u het weet.