Toen Case IH in 1999 de trekkerfabrieken in St. Dizier en Doncaster moest verkopen om de fusie met New Holland door te laten gaan, kocht Argo, het moederbedrijf van Landini, beide fabrieken en de merkrechten van het merk McCormick. Dat resulteerde in het jaar 2000 in de introductie van de MTX trekkerserie met als topmodel de MTX 175. De trekker had veel overeenkomsten met de Maxxum MX van Case IH die van 1997 tot 2002 in Doncaster was gebouwd, maar had in plaats van een Cummins motor een motor van Perkins. De trekker had een 6 liter zescilinder motor van 130,6 kW (176 pk) met turbo en intercooler. De versnellingsbak had 16 versnellingen vooruit en 12 achteruit met een maximale snelheid van 40 km/h.
De MTX 175 werd in 2003 al vervangen door de nieuwere MTX 185 met een Betapower (Iveco) motor met een vermogen van 133,6 kW (182 pk).Ook werd er een nieuw topmodel, de MTX 200 met een vermogen van 143,1 kW (195 pk), aan de nieuwe serie toegevoegd. In 2005 gingen de MTX 165, MTX 185 en MTX 200 uit productie en werden ze vervangen door de XTX 185, XTX 200 en XTX 215 die veel gemeen hadden met de Landini Powermaster
Vlak voordat de MTX serie werd vernieuwd in 2007 wijzigde McCormick het kleurenschema. In 2007 werd de MTX serie met een stage 3 motor uitgerust. Aan het einde van 2007 sloot McCormick de fabriek in Doncaster en verhuisde de productie van de MTX serie naar Italië. De grotere XTX modellen gingen uit productie, maar werden nog een tijdje onder de naam Kamaz in Rusland gebouwd. In 2009 gaf McCormick de modellen uit de MTX serie iets meer vermogen, een nieuwe cabine en een nieuw design. In 2013 ging de MTX uit productie.
Foto: Fabrikant
In 2002 werd de tweede generatie TM trekkers van New Holland geïntroduceerd. Topmodel in de serie was de TM190, die via Case IH ook met enkele verschillen werd verkocht als de Case IH Maxxum MXM 190.
De trekker had een 7,5 liter zescilinder motor met een vermogen van 142,4 kW (194 pk) voorzien van een turbo en intercooler. De versnellingsbak was een powershift met 18 versnellingen vooruit en 6 achteruit met een maximale snelheid van 40 km/h. De trekker kon ook worden geleverd met een maximale snelheid van 50 km/h. Begin 2005 werden de zwarte stickers op de zijkant van de motorkap vervangen door blauw-gele stickers. In 2007 werden de kleinere modellen uit deTM-serie vervangen door de T6000 serie en de grotere modellen door de T7000 serie waarvan de opvolger voor de TM190 de T7050 is. Voor de Zuid-Amerikaanse markt kwam er ook nog de in Brazilië gebouwde TM7000 serie. Dat waren eenvoudige trekkers met vermogens van 104 kW (141 pk) tot 132 kW (180 pk) die naast de nieuwe T6000 en T7000 serie werden verkocht.
In 2003 introduceerde Case IH de tweede generatie CVX trekkers met als topmodel de CVX1190. De trekker had een 6.6 liter Sisu zescilinder motor van 140,9 kW (192 pk) die is voorzien van een turbo en intercooler. De CVT versnellingsbak had een maximale snelheid van 40 km/h en kon ook worden geleverd in 50 km/h uitvoering.
Net als de voorgaande CVX trekkers werd de tweede generatie CVX trekkers in Oostenrijk gebouwd en tevenns als de Steyr CVT 6100 serie verkocht. Een jaar later in 2004 werden de CVX modellen onder de New Holland naam verkocht als de New Holland TVT serie met als topmodel de TVT190. In 2005 werd de CVX1190 vervangen door de grotere CVX1195 die was voorzien van een commonrail motor met een vermogen van 143,1 kW (195 pk).
Twee jaar later in 2007 ging de tweede generatie CVX trekkers uit productie om vervangen te worden door de derde generatie CVX trekkers met commonrail motoren. Topmodel van die serie was de CVX195 met een vermogen van 143,9 kW (196 pk) die ook als de Steyr 6195CVT en New Holland T7550 werd verkocht.
In 2009 werd de CVX195 vervangen door de nieuwe Puma 195 CVX. Dat was CVT uitvoering van de Puma 195 uit 2007. De kleinere CVX modellen zijn nog tot 2012 gebouwd. In tegenstelling tot de oudere CVX modellen had de Puma 195 CVX een 6,7 liter FPT motor met een vermogen van 144,6 kW (197 pk). In 2011 werd de trekker vervangen door de nieuwe Puma 200 CVX.
Foto: Fabrikant[/caption]
In 2006 introduceerde Deutz-Fahr de Agrotron X-serie met als topmodel de Agrotron X720 die de Agrotron 265 moest vervangen. De trekker had een 7,1 liter zescilinder commonrail motor van 192,3 kW (262 pk) voorzien van een turbo en intercooler. De versnellingsbak had 40 versnellingen vooruit en 40 achteruit met een maximale snelheid van 40 of 50 km/h. Zoals gebruikelijk bij Same Deutz-Fahr werden de trekkers ook als de Same Diamond 265 (2006) en als de Lamborghini R8.265 (2006) verkocht.
Een jaar later werden er kleine wijzigingen aan de motor doorgevoerd en kreeg de Agrotron X720 een vermogen van 198,1 kW (270 pk) en een grotere brandstoftank. Het typenummer van de Deutz-Fahr Agrotron X720 bleef hetzelfde, die van de Same Diamond 265 werd vervangen door de Diamond 270 en de Lamborghini R8.265 door de R8.270.
In 2012 werd de Agrotron X720 in Europa vervangen door de Agrotron TTV 7250 met een vermogen van 189,4 kW (258 pk) en een CVTdie ook werd verkocht als Lamborghni Mach VRT 250. Buiten Europa wordt de trekker nog steeds verkocht. Same Diamond 270 is sinds 2019 niet meer leverbaar. In hetzelfde jaar kreeg de Deutz-Fahr Agrotron X720 een nieuwe grille die we kennen van de 7-serie.
Foto: Fabrikant[/caption]
Huidige uitvoering. Foto: Fabrikant.[/caption]
In 2004 introduceerde Massey Ferguson de 8480 Dyna-VT. De trekker moest de 8280 XTRA opvolgen. De trekker had een 8,4 liter zescilinder motor van 212,9 kW (290 pk) voorzien van een turbo en intercooler. De transmissie was dezelfde CVT als die in de 900 Vario serie van Fendt. De maximale snelheid is 40 km/h, maar de trekker kon vanaf 2005 ook met een 50km/h transmissie worden geleverd.
Voor de Noord-Amerikaanse markt kon de klant ook kiezen voor de Dyna-Step powershift versnellingsbak met 42 versnellingen vooruit en 36 achteruit. De CVT uitvoering van de trekker werd in Noord-Amerika ook nog onder de Agco en Challenger naam verkocht als de Agco DT240A en de Challenger MT665B, waarvan de Challenger ook nog in Oost-Europa werd verkocht. In 2008 werd de Massey Ferguson 8480 Dyna-VT opgevolgd door de 8670 Dyna-VT en werd de Agco DT240A opgevolgd door de DT250B.
Foto: Fabrikant[/caption]
In 2006 verving de John Deere de 6920 Premium door de nieuwere 6930 Premium. De trekker had een 6,8 liter zescilinder motor van 118,2 kW met vier kleppen per cilinder, een turbo en intercooler. De versnellingsbak had 20 versnellingen vooruit en 20 achteruit en behaalde een maximale snelheid van 40 km/h. Een 50 km/h uitvoering was ook een optie.
Een jaar later in 2007 werd de goedkopere 6930 uitgebracht die alleen in 40 km/h uitvoering leverbaar was en twee kleppen per cilinder had in plaats van vier. In 2009 werd de John Deere 6030 serie en de 6030 Premium serie vernieuwd. Zo kreeg de 6030 Premium serie een boost waardoor het maximale vermogen van de 6930 Premium opliep naar 132,8 kW (181 pk). De 6530 en 6530 Premium werden vervangen door de viercilinder 6534 en 6534 Premium. Sinds 2011 is de John Deere 6030 serie en 6030 Premium niet meer verkrijgbaar in Europa en werd de 6930 vervangen door de 6150M. De 6930 Premium is vervangen door de 6150R.
In 2002 introduceerde Valtra de nieuwe A-serie met als topmodel de A95 die de 900 opvolgde. De 900 werd nog tot 2010 in Zuid-Amerika gebouwd. De nieuwe A95 had een 4,4 liter viercilinder motor van 71,9 kW (98 pk) met turbo. De versnellingsbak heeft 12 versnellingen vooruit en 12 achteruit met een maximale snelheid van 37 km/h. De trekker kon ook nog worden geleverd worden met 16 versnellingen vooruit en 8 achteruit.
In 2004 werd A95 vernieuwd. De trekker kreeg een andere motor en de versnellingsbak met 16 versnellingen vooruit en 8 achteruit was niet meer leverbaar. Het uiterlijk veranderde ook, zo kreeg de trekker een nieuwe motorkap die de grotere modellen al hadden en werd de uitlaat verplaatst naar de cabinestijl. Hoewel de cabine grotendeels hetzelfde bleef bestond het glas van de deuren nu uit één glasplaat en werd het dashboard vernieuwd. In 2008 werd de Valtra A95 vervangen door de Valtra A92, maar de A95 wordt door Valtra-importeur Hattat onder de Valtra-naam tot op de dag van vandaag nog geproduceerd.
Foto: Fabrikant[/caption]
Foto: Fabrikant[/caption]
Op Agritechnica in 2005 toonde Fendt het nieuwe topmodel 936 Vario. Het duurde tot de herfst van 2006 tot de trekker in productie ging. Ook werden daarna de 922 Vario, 924 Vario, 927 vario, 930 Vario en 933 Vario met vermogens van 161,5 kW (220 pk) tot 242,2 kW (330 pk) geïntroduceerd. De productie van die trekkers startte pas in 2007.
De 936 Vario had een 7,1 liter zescilinder motor van 264,2 KW (360 pk) voorzien van een turbo en intercooler. De continu variabele transmissie had een maximale snelheid van 40 km/h, maar er kon ook worden gekozen voor een 50 km/h (Power) en 60 km/h (Profi) uitvoering.
In 2007 introduceerde Fendt de Black Beauty. Drie jaar later in 2010 werd de 900 Vario serie vernieuwd en kreeg het een nieuwe motor van 7,8 liter. Het model 922 Vario kwam te vervallen en de serie werd naar boven uitgebreid met het nieuwe topmodel: de 939 Vario met een vermogen van 286,3 kW (390 pk). Ook kwam er een luxere Profi Plus uitvoering.
In 2010 introduceerde Fendt de 900 Vario S4 die voldoet aan de stage IV normen. In hetzelfde jaar kwam de 924 Vario te vervallen. Vorig jaar, in 2019, introduceerde Fendt de 900 Vario S5 serie met MAN motoren. De nieuwe serie bestaat uit vijf modellen met de 930 Vario S5 van 217,3 kW (295 pk) als kleinste model en als topmodel de 942 Vario S5 met een vermogen van 304,6 kW (415 pk). De huidige 936 Vario heeft een 9 liter zescilinder motor met een vermogen van 260,6 kW (355 pk).
Foto: Fabrikant[/caption]
In 2003 introduceerde Renault de laatste trekkerserie: de Celtis. Topmodel van de serie was de Celtis 456. De trekker had een 4,5 liter viercilinder motor met een vermogen van 74,9 kW (102 pk) voorzien van een turbo. De versnellingsbak had 10 versnellingen vooruit en 10 versnellingen achteruit en haalde een maximumsnelheid van 30 of 40 km/h. Ook kon de trekker met een versnellingsbak met 20 versnellingen vooruit en 20 versnellingen achteruit worden geleverd.
De trekker was leverbaar in drie uitvoeringen: de RA uitvoering zonder cabine, de RC uitvoering met cabine en laag dak en de RZ uitvoering met cabine en hoog dak. In 2003 verwierf Claas een meerderheidsbelang in Renault Agriculture. Daardoor werden de Renault trekkers sinds eind 2003 buiten Frankrijk onder de naam Claas verkocht. Twee jaar later, op 19 juli 2005, werd de laatste Ares gebouwd. Drie maanden later, op 27 oktober, rolde de laatste Ceres van de band. Dat betekende nog niet het einde van Renault als trekkermerk. De Palés en Cergos modellen werden namelijk nog een tijdje voor de Franse markt gebouwd. Maar toen Claas in 2008 de resterende aandelen in Renault kocht was het einde nabij voor Renault als trekkermerk. Op 10 juni 2009 liep de laatste Renault Palés van de band en op 24 november 2009 om precies 08:44 uur de laatste Ergos 466 met tweewielaandrijving. In totaal zijn onder de Renault naam 33 Celtis 456 RA trekkers gebouwd, 211 Celtis 456 RC trekkers en 920 Celtis 456 RX trekkers. De Celtis 456 werd in 2008 vervangen door de Axos 340 voorzien van een Perkins motor.
De DTU T860 kniktrekker met 8 aangedreven wielen en laadplatform werd op Agritechnica in 2007 aan het publiek voorgesteld. De trekker had een 15,9 liter achtcilinder V-motor met een vermogen van 440 kW (600 pk) met turbo en intercooler. De versnellingsbak had 18 versnellingen vooruit en 6 achteruit met een maximale snelheid van 40 km/h. De trekker trok de Interesse van Deutz-Fahr en dat resulteerde in de AgroXXL 1630 met een nieuwere Deutz motor en een anders ingerichte cabine. Het project is stilletjes verdwenen en het bedrijf DTU is zich op de import van Kirovets trekkers gaan focussen.
Foto: Fabrikant[/caption]
