De ontwerpers ondervonden extra problemen door de geringe breedte, de noodzakelijke stabiliteit en het keren in nauwe straten.
De aangedreven vooras heeft centraal een buis, waarin de aandrijfas is opgeborgen. Op het punt waar deze buis met een kogelscharnier aan het chassis van de trekker is bevestigd, zit ook de kruiskoppeling in de aandrijfas. Aan de voorzijde wordt de vooras op zijn plaats gehouden door een soort Panhard-stang; deze stang laat wel toe, dat de vooras verticaal kan bewegen. Het veersysteem heeft een veerweg van 40 mm. Links en rechts naast het midden zitten hydraulische cilinders, die zijn verbonden met het hydropneumatisch dempingssysteem, dat via de stikstofbollen de schokken opvangt. Tussen beide cilinders zit nog een tweede hydraulische verbinding met daarin een smoring
Onder normale omstandigheden zal de oliestroom tussen beide cilinders geen hinder ondervinden van deze smoring. Als echter te snel een bocht wordt genomen en een van de achterwielen van de grond komt, zorgt de smoring ervoor, dat de vooras niet meer kan pendelen en de trekker toch de nodige stabiliteit krijgt. Ook bij hoge aanbouwwerktuigen als een takkenzaag zorgt deze constructie voor meer rust en veiligheid. Fendt noemt dit systeem de Wankabstützung. Bij werkzaamheden, waarbij geen vering gewenst is, zit op het rechter bedieningsconsole een knop, waarmee de niveauregeling kan worden geblokkeerd. De ‘Wankabstützung blijft daarbij functioneren.

Gerelateerde artikelen