De afgelopen jaren zijn er verschillende gesloten fustreinigers op de markt gebracht (in goed Engels: closed transfer systems, ofwel CTS). Maar het commerciële succes ervan is gering, mede ook omdat het gebruik ervan (nog) niet verplicht is.
Maar dat kan snel veranderen. Specialisten verwachten dat bepaalde bestrijdingsmiddelen op korte termijn alleen nog maar een toelating krijgen als bij het vullen een CTS wordt gebruikt. En dus hebben chemiebedrijven via de European Crop Protection Association de handen ineen geslagen om te komen tot een ISO-standaard. Daarbij gaat het niet om het ontwerp, maar om de criteria waaraan de apparaten moeten voldoen. Denk aan zaken als de maximale residu en hoeveelheid middel aan de koppelingen na het spoelen en maximaal toegestane lekkage.
Een panel van spuitspecialisten kwam onlangs in Hereford bijeen om drie bestaande CTS-systemen te testen. De twee eenvoudigste systemen (Banjo en EasyFlow) werken volgens het zwaartekrachtprincipe: je schroeft een adapter op het fust en een vaste adapter op de tank en je zet het fust op zijn kop waardoor het middel vanuit het fust in de tank loopt.
Is het fust leeg, dan spoel je het (en ook de koppelstukken) schoon met een geïntegreerde schoonwaterleiding. Het derde systeem, EziConnect, kun je makkelijk naast de bestaande fustreiniger monteren en zuigt met behulp van een venturiklep het middel uit het fust op.
De capaciteit van dit systeem ligt aanzienlijk hoger en specialisten dichten dit systeem de grootste toekomst toe. De eerste twee systemen zijn meer geschikt voor kleinere bedrijven, aldus de specialisten.
