De Oostenrijkse trekkerfabrikant Steyr toonde eind 2023 tijdens een militaire beurs in het Duitse Ingolstadt de 6300 Terrus cvt en de 6340 Terrus cvt met een bepantserde cabine. De cabine is gebouwd door het Oostenrijkse Achleitner Fahrzeugbau.
Er zijn al trekkers afgeleverd aan het Oostenrijkse leger. Naast militaire toepassingen, zegt Steyr dat de trekker ook geschikt is bij brandbestrijding en in de mijnbouw.
Hoewel Steyr in Nederland wordt geassocieerd met trekkers, ligt de oorsprong van het bedrijf in de wapenindustrie. In 1828 begon het bedrijf met de productie van onderdelen voor geweren en was het voor die tijd de grootste wapenfabrikant van Europa. Vanaf de jaren 20 begon het bedrijf met de productie van lagers, auto’s, bussen en vrachtwagens. En er werd een prototype trekker gebouwd. In 1934 fuseerde het met Austro-Daimler en ontstond het bedrijf Steyr Daimler Puch.
Na de fusie begon Steyr met de productie van pantserwagens en na de anexatie van Oostenrijk door Duitsland in 1938, begon de bouw van de fabriek in St. Valentin. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de fabriek een belangrijke productielocatie van de Panzer IV tank. Na de oorlog in 1947 begon Steyr met de serieproductie van trekkers en in 1974 werd de productie overgeplaatst naar de fabriek in St. Valentin.
In 1987 ging de wapendivisie zelfstandig verder. Een jaar later in 1988 werd de lagerdivisie verkocht aan SKF. In 1990 is de vrachtwagendivisie van de hand gedaan aan M.A.N en later verkocht Steyr de bussendivisie aan Volvo. De landbouwtak werd in 1995 aan Case IH verkocht.
