Een compacttrekker biedt hetzelfde, maar dan handzamer verpakt. Het is woekeren met de ruimte. De stuuruitslag is hetzelfde, maar door de kortere wielbasis is de draaicirkel kleiner. Een smalle spoorbreedte staat zo’n kleine draaicirkel eigenlijk in de weg (omdat de voorwielen geen ruimte hebben voor een grote stuurhoek), maar de compacttrekker ondervangt die tegenstrijdigheid met kleinere voorbanden en een portaalvooras. De eindvertraging die daarin zit, heeft geen kruiskoppelingen; het voorwiel kan dus ongehinderd scherp de hoek om.
Een compacttrekker heeft volgens de huidige officieuze definitie minder dan 50 pk aftakasvermogen en beperkte afmetingen. Maar maten vind je nergens, ook niet de wielbasis. Ook is de definitie door de jaren heen steeds veranderd met het veranderen van de techniek. VM Service in Swifterbant spreekt over minitrekkers, maar je ziet dan eerder een schaalmodel voor je dan een trekker die in de tuin- en parksector wordt gebruikt. Bij smalspoor is de definitie wel duidelijk: de buitenbreedte moet minimaal 125 cm kunnen zijn en hij moet (net als de compacttrekker) een genormaliseerde hef en aftakas hebben. Bij een tuintrekker hoeft dat niet. Fendt slaagde er als eerste in om een hydromechanische cvt toe te passen op een smalspoortrekker. Die zijn er nu met motorvermogens van 51 kW (70 pk) tot 81 kW (110 pk).
