Lely
Favoriet

‘Automatisch melken past prima als je in je eentje een bedrijf runt’

Na het overlijden van echtgenoot Bert, besluit Karin Dijkstra om hun melkveebedrijf voort te zetten. Ze kiest voor een biologische bedrijfsvoering, en melkt sinds 2021 met twee Lely Astronaut A5 systemen. Automatisch melken helpt Karin om het bedrijf in haar eentje draaiende te houden.

Na het overlijden van echtgenoot Bert, besluit Karin Dijkstra om hun melkveebedrijf voort te zetten. Ze kiest voor een biologische bedrijfsvoering, en melkt sinds 2021 met twee Lely Astronaut A5 systemen. Automatisch melken helpt Karin om het bedrijf in haar eentje draaiende te houden.

Samen ontwikkelen ze hun boerderij in de loop der jaren. Bert en Karin Dijkstra zetten verschillende grote stappen om hun melkveebedrijf in Molkwerum (Fr.) klaar te maken voor de toekomst. Zo vernieuwen ze in 2005-2006 de bovenbouw van de ligboxenstal, en vervangen ze de oude stelpboerderij voor een nieuwe woning. In 2013-2014 komt er een nieuwe jongveestal.

Het ondernemerspaar heeft veel oog voor een duurzame bedrijfsvoering, en laat zich daarbij inspireren door Jaap van Bruchem. Wetenschapper Van Bruchem was een pionier op het gebied van kringlooplandbouw, en stimuleerde het voeren van melkkoeien als herkauwer; structuurrijk en met minder eiwit. ‘Jaap leerde ons dat je koeien niet moet voeren als varkens. Zijn ideeën zijn we steeds meer gaan toepassen’, vertelt Karin. ‘Al eerder had Bert de keuze gemaakt om bij het fokken van koeien duurzaamheid zwaarder te laten wegen. Dat betekende: stoppen met het fokken van zuivere Holsteins, onder meer om inteelt te voorkomen. Bert begint in 2006 met het toepassen van een driewegkruising met Holstein, Zweeds Roodbont en MRIJ. En zo werken we nog steeds bij de koeien die we benutten voor het fokken van toekomstige melkkoeien. De zeventig procent van de koeien die we daarvoor niet nodig hebben, insemineren we met Belgisch Blauw. Onze kruisingskoeien zijn sterk en kunnen makkelijk melk produceren. Daarnaast begonnen met het afbouwen van het strooien van kunstmest’

In 2015 wordt Bert minder fit. Gedacht wordt dat hij overwerkt is door drukke jaren en spanningen. Bert neemt meer rust, gaat wandelen met zijn dochters, en het gezin gaat voor het eerst met zijn allen op vakantie. Karin neemt meer werk binnen het bedrijf voor haar rekening. ‘Tot dan toe beperkten mijn bedrijfsmatige activiteiten zich vooral tot het verzorgen van de kalveren en het doen van de boekhouding.’
Bert lijkt wat op te knappen, maar in het najaar van 2016 wordt hij lichamelijk zwakker. Onderzoek maakt duidelijk dat hij ongeneeslijk ziek is. In februari 2017 overlijdt Bert.

Ondanks de grote impact van de ziekte en het overlijden van hun echtgenoot en vader, houden Karin en haar vier dochters de boerderij draaiende. Alle dochters springen bij in het bedrijf en het huishouden.
Tijdens het ziekbed van Bert, en ook na zijn overlijden melken medewerkers van de bedrijfsverzorging de 160 koeien.

Verder als biologisch bedrijf

Ondanks het grote verdriet door het wegvallen van Bert, besluit Karin dat ze verder wil met het melkveebedrijf. ‘In de laatste weken van zijn leven hebben we er over gesproken. Onze conclusie was dat we onze dochters nog te jong vonden om ze al voor de keuze te stellen of ze wel of niet het bedrijf zouden willen overnemen.’

Voor Karin is duidelijk dat ze boer zal blijven. Maar wel op een manier die bij haar past. ‘Voor mij was dat nog een stap zetten op de al ingeslagen weg, en kiezen voor een biologische bedrijfsvoering. Kunstmest en chemische gewasbeschermingsmiddelen passen niet bij de wijze waarop ik boer wil zijn.’

De keuze voor een omslag naar  biologisch boeren betekent onder meer een flinke krimp van de veestapel. Karin brengt het aantal melkkoeien terug van 160 naar 100. Ze stopt nu helemaal met kunstmest strooien en begint aan een omschakelperiode van twee jaar.

Sinds oktober 2020 is het bedrijf formeel biologisch. Eko Holland, een coöperatie van biologische melkveehouders, haalt sindsdien de melk op.

Melkers verschillen nogal

Ondertussen denkt Karin na over een investering in automatisch melken. ‘Voortdurend het melken uitbesteden is kostbaar. Bovendien kregen we regelmatig te maken met andere melkers. Ze zijn allemaal professioneel maar verschillen toch sterk van elkaar. Onder meer in werksnelheid en opmerkzaamheid. Ik vond dat lastig.’

Karin bezoekt verschillende bedrijven met automatische melksystemen van verschillende merken. Als ze bij een goede vriend van Bert ziet hoe drie Lely Astronaut A5 systemen de koeien melken, is Karin overtuigd. ‘De Astronaut A5 past in mijn ogen bij kiezen voor betrouwbaarheid en het mijden van risico’s. “Een Lely draait altijd” , is wat ik bij collega’s regelmatig te horen kreeg.’

Bij het uitwerken van de plannen om de melkrobots in de ligboxenstal te plaatsen, maakt Karin gebruik van de deskundigheid van Lely-medewerkers. ‘De opdracht die ik ze meegaf, is dat ik me alleen moet kunnen redden in de stal en makkelijk moet kunnen werken.’
Het resultaat is het advies om twee melksystemen centraal in de stal te plaatsen op de plek van de 2×8-visgraatstal. Om dit te realiseren wordt eerst een noodopstelling gemaakt met de huidige Astronaut A5 robots. Deze worden later op de huidige plek in de stal geplaatst. Op deze manier konden de koeien vast wennen en het melken doorgaan.

Sinds januari 2021 melkt Karin met de automatische melksystemen. ‘De start was best spannend. Van collega’s en adviseurs hoorde ik verschillende geluiden over hoe mijn biologische melkkoeien zouden reageren op melkrobots. Sommigen zeiden: “Die koeien van jou geven niet zo veel melk en komen nu moeizaam naar de melkstal. Die gaan straks niet uit zichzelf naar de melkrobot”. Terwijl anderen zeiden: “Dat gaat je hard meevallen”.  Gelukkig hebben de laatsten gelijk gekregen. Vanaf de start verbaast het me hoe gemakkelijk en graag koeien naar de melkboxen komen.” Karin vertelt dat ze vrijwel nooit koeien ophaalt om naar de robot te brengen. ‘Ze komen allemaal vanzelf. Al hou ik er nu, bij het toepassen van weidegang wel rekening mee, dat ik ze stimuleer om zich te laten melken. Dat doe ik door ze om 13 uur ’s middags uit de wei te halen. Koeien die nog gemolken moeten worden, kunnen pas weer naar buiten na het bezoeken van de melkrobot.’

In de stal zijn op diverse strategische plekken hekjes geplaatst. ‘Die helpen me om makkelijk koeien te kunnen verplaatsen. Bijvoorbeeld van de afkalfbox naar de robot en weer terug.’ Karin vertelt dat de komst van de automatische melksystemen niet betekende dat ze veel minder werk heeft gekregen. ‘We hebben afscheid genomen van externe melkers. Die deden ook dingen die de melkrobot niet doet, zoals het schoonmaken van de ligboxen.’ Sinds enkele maanden rijdt er een Lely Discovery-mestrobot door de stal. ‘Die houdt dag en nacht de stalvloer schoon. Dat scheelt me wel werk.’

Bij de ruwvoerwinning is Karin overgestapt van inkuilen van voorgedroogd gras in rijkuilen naar ronde balen. ‘Ronde balen zijn iets duurder om te maken. Daar staat tegenover dat ik geen externe arbeid meer hoef in te huren voor het openmaken van de kuilbulten en het uitkuilen. Met ronde balen kan ik het voeren van de koeien volledig zelf doen.’

Dochters willen boer worden

Wat ook voor verlichting zorgt is dat Karins dochters zowel in huis als in de stal hun handen uit de mouwen steken als ze thuis zijn. Inmiddels is duidelijk dat twee dochters, Sanne en Vera, een toekomst als melkveehouder wel zien zitten. ‘Eigenlijk moet er een bedrijf bijkomen’, lacht Vera. Zij volgt een Mbo-opleiding biodynamische landbouw aan de Warmonderhof in Dronten. Met deze opleiding hoopt ze de dingen die ze leert in de praktijk op het bedrijf toe te kunnen passen. Sanne hoopt in 2024 haar studie Diergeneeskunde in Utrecht af te ronden en veearts te worden. Bij het plaatsen van de robots leerden Sanne en Remco, onderhoudsmonteur bij Lely, elkaar kennen. Dit klikte zo goed dat zij nu een relatie hebben en in de toekomst samen graag een melkveebedrijf runnen. ‘Dat wil ik graag kunnen combineren met mijn werk als veearts’, aldus Sanne.

Ze bemoeit zich actief met de diergezondheid op het bedrijf, en net als haar moeder en zus Vera vindt Sanne het gewenst om het gebruik van farmaceutische middelen als antibiotica zo veel mogelijk te beperken. ‘We hebben nu drie kwartalen op rij totaal geen antibiotica gebruikt, en hebben dus een dierdagdosering van nul. Daar zijn we trots op. Al wringt de terughoudendheid op dit gebied soms met wat ik op de universiteit te horen krijg. Gelukkig komt er op de Faculteit Diergeneeskunde geleidelijk meer ruimte voor andere benaderingen zoals het gebruik van kruiden en andere natuurlijke middelen. Ook Vera leert hier veel over in haar opleiding. ‘De kennis die mijn dochters opdoen, draagt bij aan de ontwikkeling van ons bedrijf’, zegt Karin.

‘Hoe de toekomst er precies uit gaat zien, weten we nog niet. Dat komt wel. Ik wil nog wel kwijt dat ik de afgelopen jaren enorm veel steun heb gehad van buren, vrienden en dorpsgenoten. Ik weet niet of ik zo ver gekomen was zonder hun hulp. Als je er alleen voor staat, kun je soms toch in situaties komen waarin het heel fijn is om hulp te krijgen’, sluit Karin af.

Bedrijfsgegevens

Karin Dijkstra (49) heeft in Molkwerum een biologisch melkveebedrijf met 100 koeien en 45 stuks jongvee. De gemiddelde productie is 7.000 kg per koe per jaar. Voor de overstap naar automatisch melken was dat 6.000 kg per koe. Het bedrijf heef 63 ha grond in gebruik. Alle grond is grasland. Van de vier dochters (Emma (25), Sanne (24), Vera (23) en Mare (21)), hebben Sanne en Vera belangstelling om het bedrijf voort te zetten.