Lely
Favoriet

‘Investeren in een melkrobot hadden we jaren eerder moeten doen’

Sinds een jaar melkt een Lely Astronaut A5 melkrobot de 60 koeien van Martine Reuter. Ze investeerde in automatisch melken na herbouw van de ligboxenstal. Terugkijkend stelt Reuter dat de sociale voordelen zo groot zijn dat ze de overstap vijf of tien jaar eerder had moeten maken.

Sinds een jaar melkt een Lely Astronaut A5 melkrobot de 60 koeien van Martine Reuter. Ze investeerde in automatisch melken na herbouw van de ligboxenstal. Terugkijkend stelt Reuter dat de sociale voordelen zo groot zijn dat ze de overstap vijf of tien jaar eerder had moeten maken.

Vanuit de ligboxenstal kijk je in de achtertuinen van een rij burgerwoningen. ‘Van oudsher staat onze boerderij in de bebouwde kom. Daar zijn we aan gewend. We proberen geen overlast te veroorzaken voor onze buren, en dat lukt’, vertelt Martine Reuter (50). Ze is melkveehouder te Contern in Luxemburg. Reuter is getrouwd en heeft drie kinderen tussen de 14 en 20 jaar. Het agrarisch bedrijf nam Reuter over van haar vader. Haar echtgenoot is boer, maar werkt buiten het bedrijf. ‘Al is het wel zo dat ik bij bijzonderheden altijd een beroep op mijn man kan doen. Dan springt hij meteen bij.’

In de loop der jaren ontwikkelde Reuter het bedrijf tot een melkveehouderij met 60 koeien. Ze heeft zo’n 120 ha grond in gebruik. Ruim de helft daarvan is grasland. Op de andere grond teelt ze verschillende gewassen. Onder meer snijmaïs voor de eigen veestapel en verschillende granen. Reuter heeft één medewerker in dienst. Hij helpt bij alle bedrijfsactiviteiten zoals het voeren en verzorgen van de veestapel, en het werk op het land.

Huisvesting melkvee gemoderniseerd

De huisvesting van de melkkoeien onderging gedurende de tijd de nodige veranderingen. ’50 jaar geleden bouwde Reuters’ vader een grupstal voor de koeien. In de jaren negentig kwam daar een ligboxenstal voor in de plaats. Die werd enkele keren gerenoveerd en aangepast. ‘Maar het bleef een stal die niet voldeed aan de moderne eisen voor wat betreft stalklimaat en daglicht. We besloten om de stal drastisch aan te pakken en hebben in 2020 de complete bovenbouw vernieuwd.’ Melken bleef Reuter doen in een 2 x 4 visgraatmelkstal die in de aangrenzende oude boerderij een plek had. ‘Maar bij de vernieuwing van de ligboxenstal waren we al wel volop aan het nadenken over hoe we de melkerij in de toekomst wilden gaan doen. We zagen twee mogelijkheden:  de oude melkstal vernieuwen en uitbreiden naar een 2 x 5 visgraat; of een melkrobot. Onze gedachten gingen steeds meer in de richting van automatisch melken. Vooral omdat het steeds lastiger wordt om goede melkers te vinden en in te huren.’

Toen ze zich verder oriënteerde op automatisch melken, ging Reuter in gesprek met twee leveranciers van melkrobots. Uiteindelijk koos ze voor Lely. Waarom? ‘Lely heeft de meeste ervaring met automatisch melken en volgens mij zie je dat ook terug in de techniek. Daarnaast vond ik de advisering vanuit Lely over de inpassing van automatisch melken in ons bedrijf het meest aansprekend.’

Melkveehouder Reuter bezocht diverse collega’s met een automatisch melksysteem. ‘Daar heb ik veel van opgestoken. Onder meer dat vrij koeverkeer prima functioneert. In het begin dacht ik meer in de richting van gestuurd koeverkeer, maar daar ben ik van afgestapt. Vrij koeverkeer is makkelijker en sluit beter aan op het gedrag van de koe.

In het voorjaar van 2021 nam Reuter haar nieuwe Lely Astronaut A5 automatisch melksysteem in gebruik. ‘De plaatsing van de robot in de stal, en tegelijkertijd blijven melken in de melkstal, vergde de nodige improvisatie. Maar het wennen van de koeien aan de melkrobot verliep heel soepel. Drie weken lang hebben we de koeien groepsgewijs getraind om regelmatig de robotbox te bezoeken. Na die periode kwamen alle koeien uit zichzelf meerdere keren per dag naar de robot. Dat is me heel erg meegevallen.’

Nog steeds, met inmiddels een jaar ervaring, is Reuter zeer tevreden over haar nieuwe melksysteem. ‘De koeien doen het prima. De gemiddelde melkproductie is met 1.000 kg gestegen naar ongeveer 8.000 kg per koe per jaar. En als ik naar de koeien kijk dan denk ik dat ze zich prettig voelen met de manier waarop ze hier nu leven. Ook weten we nu dat weidegang prima te combineren is met automatisch melken. Er is één perceel waarbij begrazing wat meer werk oplevert. Dat ligt aan de andere kant van de weg, en dat noodzaakt ons om de koeien drie keer per dag over te laten steken.’

Sociaal veranderde er veel

Het grootste effect van de overstap naar automatisch melken, waren de veranderingen voor haarzelf. ‘Die had ik minder groot ingeschat’, zegt Reuter. Het is niet zozeer de arbeidsbesparing, maar voor de veel grotere flexibiliteit die je leven flink verandert. Ik kom niet minder vaak in de stal sinds de melkrobot de koeien melkt. En ik sta nog steeds om half zes op. Maar ik ben niet meer gebonden aan vaste tijden. Alles gaat veel makkelijker, en ik ben veel flexibeler. De kinderen zijn inmiddels zo groot dat ze zichzelf redden, maar ik vind het fijn om ze toch even aandacht te geven ’s morgens voor ze weggaan. Dat gaat nu veel beter dan in het verleden toen we conventioneel molken. Het zit hem in kleine dingen, maar daardoor is mijn sociale leven wel flink veranderd. Als we bijvoorbeeld ’s middags naar een feestje gaan, hoeven we daar niet meer om vier of vijf uur alweer te vertrekken. En als we bijvoorbeeld op zondagmiddag zin hebben om met zijn allen naar de pizzeria te gaan, dan doen we dat. In het verleden was er altijd de verplichting om te melken, waardoor we onszelf allerlei beperkingen oplegden.’

Ook op vakantie gaan is voor Reuter en haar gezin een stuk makkelijker geworden. ‘Onze Poolse medewerker is met hulp van de melkrobot prima in staat om het bedrijf een week lang alleen te doen. De dagelijkse bediening van de melkrobot en de controle van de koeien lukt hem goed. Hij heeft wat meer moeite met computerwerk om niet alledaagse dingen te regelen. Maar ook daar redden we ons wel mee. Als ik bijvoorbeeld een week weg ben, en er moet die week een nieuwe koe toegevoegd worden aan de robot, dan doe ik dat op afstand met behulp van mijn telefoon.’

Dat automatisch melken haar leven zo zou veranderen, had Reuter niet gedacht. ‘Als ik dat van tevoren had geweten, dan hadden we de overstap naar een melkrobot misschien wel vijf of tien jaar eerder moeten maken. Dan hadden de kinderen er meer aan gehad. Ik weet nu ook dat een melkrobot prima past op bedrijven waar een vrouw de melkveehouder is. Een melkrobot zorgt er voor, onder meer door de besparing op fysieke arbeid, dat je als vrouw nog beter in je eentje een melkveebedrijf draaiende kunt houden.’

Wat de kinderen gaan doen, is nog niet duidelijk

Hoe de toekomst van haar bedrijf eruit gaat zien, durft Reuter niet te voorspellen. ‘Op dit moment heeft geen van de kinderen serieuze plannen om boer te worden. De investeringen van de afgelopen jaren, de nieuwe melkveestal en de melkrobot, heb ik voor mezelf gedaan. Als in die tijd al een van de kinderen zich gemeld zou hebben als toekomstige bedrijfsopvolger dan hadden we mogelijk andere keuzes gemaakt. Dan was het misschien beter geweest om niet hier een nieuwe stal bouwen, maar op een andere locatie, buiten de bebouwde kom. Maar dan praat je wel over veel grotere investeringen. Overigens sluit ik zeker niet uit dat een of meerdere kinderen de komende jaren tot de conclusie komen dat ze toch verder willen met het bedrijf. Dan gaan we bekijken hoe we dat doen. Zoals het bedrijf nu draait, onder meer met het automatisch melksysteem, kan ik er zelf nog jaren mee vooruit.’

Struisvogels als tweede tak

Sinds enkele jaren zijn er op het bedrijf van Martine Reuter zo’n 80 struisvogels. ‘We dachten al een tijdje na over een extra poot onder het bedrijf. Het liefst wilde ik iets gaan doen wat nog niet op grote schaal gebeurt.’  Die kans kreeg Reuter toen ze in contact kwam met een collega die vanwege zijn leeftijd wilde stoppen met de houderij van struisvogels. ‘Hij was de enige struisvogelhouder in Luxemburg, en nu zijn wij dat.’

Reuter heeft vijf struisvogelhennen voor de productie van broedeieren. Die gaan in aantallen van zo’n 25 stuks per keer in de broedmachine. De eerste weken van hun leven zijn struisvogels kwetsbaar en hebben ze de meeste zorg en aandacht nodig.

Tijdens het groeiseizoen houdt Reuter de oudere struisvogels buiten in het weiland. In de stal lopen er tijdens ons bezoek een stuk of vijftien. ‘Dit is een groep slachtrijpe dieren. Om de paar weken verkoop ik er een paar aan mijn man die een vleesbedrijf heeft. Hij verzorgt de slacht en verwerking.