Naar Nederlandse begrippen is de Kelly Diamond nauwelijks een schijveneg. Maar de machine werkt wel zo en blijkt een uitkomst voor Australische boeren die met een minimale inspanning hun graan moeten verbouwen.
Nederlanders denken bij een schijveneg aan een machine met grote slanke scherpe schijven met een vaste hoek. Bij de versie van Kelly zijn ze klein, dik en bot en beweeglijk. Bij de minimale grondbewerking op veelal steenrijke bodem is dit principe een succes: de schijven (ter grootte van een normaal etensbord) kunnen, omdat ze als een ketting geschakeld zijn, naar boven toe uitwijken. Ze lopen dus niet kapot op een steen. Bovendien worden ze niet bot, omdat ze dat al zijn. Toch zijn ze voldoende scherp om de bovenste vijf centimeter grond met de stoppel los te maken en te keren. Het onkruid krijgt zo weinig kans. En door de isolatielaag van losse grond blijft de uitdroging binnen de perken.