Volgens Gijs Baas, verkoopleider bij de DeLaval in Nederland, was de toename voorzien, maar bleek de vraag groter dan de prognose. “Met name de grootte van de veestapel die men voor ogen heeft noodzaakt tot een andere vraag als het gaat om koeverkeer, melkcapaciteit en uiteraard de manier van managen”, vertelt Baas. Opvallend is dat er in alle gevallen veel geïnvesteerd wordt in comfort voor melker en koe.
Naast de grotere Amerikaanse stallen is er ook een opschaling op het gebied van automatisch melken waarneembaar. “Daar waar we voorheen over een aantal stations per bedrijf spraken, zien we nu aanvragen voor 8 tot 10 stations op een bedrijf”, zegt Baas. Deze ontwikkeling houdt ook verband met het melken van 300 tot 500 melkkoeien, waarbij arbeidsinzet en management centraal staan. De automatische melkrotor AMR behoort ook tot deze doelgroep. Op de vraag of er al een verkocht is antwoordt Baas dat er momenteel een aantal verregaande gesprekken zijn aangaande AMR.
De Amerikaanse stallen van DeLaval kenmerken zich door de zware uitvoering, duurzaamheid en de mogelijkheid to hoge automatisering. Ook zijn ze makkelijk en snel in onderhoud en schoonmaken door het gebruik van veel RVS. Daarnaast bestaat het gamma uit verschillende staltypen die modulair opgebouwd kunnen worden en is er veel aandacht voor zowel koe- als melkercomfort.
