Gaten boren, metalen platen slijpen, heggen knippen, takken zagen, blad blazen. Intussen gebruik ik te pas en te onpas voor al het werk in de werkplaats en rondom het erf accugereedschap. Je bent verlost van onhandige snoeren of lawaaiige benzinemotoren die bovendien veel onderhoud vergen. Die luxe leidt ertoe dat ik graag investeer in elektrische…
Dat blijkt ook uit een artikel in dit nummer van Veehouderij Techniek over elektrische voermengwagens. De elektromotoren, maar vooral de accu’s waarmee voermengwagens geëlektrificeerd worden, maken de wagen zomaar een ton duurder dan hun evenknieën met een aftakas. Je kunt dat prijsverschil wel terugverdienen, maar eigenlijk alleen als de overheid de koop ondersteunt met een subsidie. Toch rest er ook dan nog een probleem. De fabrikanten die deze elektrische voermengwagens bouwen, zijn over het algemeen geen specialisten op het gebied van accutechniek. Natuurlijk, die kennis huren ze in, maar dan nog is de ontwikkeling en vooral het bij de tijd houden van de techniek een dure onderneming. Eén van de fabrikanten oppert dan ook om die ontwikkeling van elektrische techniek maar aan de trekkerfabrikanten over te laten. Begrijpelijk. Deze grote bedrijven hebben wat meer armslag en capaciteit om de techniek te ontwikkelen en dealers te scholen. Als je een traditionele voermengwagen achter een elektrische trekker hangt, blijven de voordelen van elektrisch voeren bestaan. Bovendien kun je een elektrische trekker ook nog voor ander werk op de boerderij inzetten. Neemt niet weg dat die elektrische trekker veel duurder zal zijn dan een dieselversie. Een beetje steun van de overheid blijft wat dat betreft geen overbodige luxe.