Acht loonwerkers die deelnemen aan het project ‘Schoon Water’ hebben hun veldspuit door laten meten: 14 procent van de spuitdoppen werkte niet optimaal. Op een spuit van 26 meter (met 53 doppen) zijn dan zeven à acht doppen niet in orde. Dit was met het blote oog niet te zien. Na schoonmaken of vervangen zorgen deze spuitdoppen weer voor een effectieve bespuiting, met minder milieubelasting van het grondwater tot gevolg.
Doppentester
Versleten en verstopte spuitdoppen zijn opgespoord met een elektronische doppentester van AAMS. Deze meet elektronisch het debiet (liter/minuut) per dop. Als de afgifte van een dop 5% onder de gemiddelde afgifte van alle doppen komt, is deze ‘afgekeurd’. De middeldosering onder deze dop is dan lager. Vooral bij lage dosering in de onkruidbestrijding, kan de effectiviteit van de bespuiting hierdoor slechter zijn. Bij een hogere afgifte (versleten dop) kan de dosering te hoog worden. Dit kan bij onkruidbestrijding leiden tot schade aan het gewas, zeker als meerdere doppen naast elkaar versleten zijn.
