Tegenwind of wind in de rug vormen geen groot probleem voor het strooibeeld. De werpafstand blijft hetzelfde en de werkbreedte wordt daarmee niet beïnvloed. Zijwind is een groter probleem voor de dwarsverdeling. Dat komt omdat het strooibeeld aan één kant wordt samengedrukt en aan de andere kant wordt uitgerekt. Daardoor ontstaat er een asymmetrisch patroon.
WindControl moet de zijwind compenseren. Een windsensor die aan de kunstmeststrooier is bevestigd, registreert zowel de windsnelheid als de windrichting en geeft deze informatie door aan de boordcomputer. De computer verrekent de gegevens met de rijsnelheid en berekent nieuwe instelwaarden voor het invoersysteem en het toerental van de strooischotels, die vervolgens automatisch worden aangepast. Bij zijwind wordt het toerental van de naar de wind gekeerde zijde verhoogd en het invoersysteem naar buiten gedraaid. Tegelijkertijd wordt het toerental aan de andere zijde verlaagd en het invoersysteem naar binnen gedraaid.
De mast met de windsensor wordt automatisch uitgeschoven wanneer de strooischotels worden gebruikt. De sensor steekt boven de cabine uit om niet in de turbulentie van de trekker te meten.
