De negen bedrijven produceren tussen 126.000 en 475.000 kg melk per jaar. Bij alle bedrijven werden metingen uitgevoerd voor en na de installatie van de warmteterugwinning. De bedrijven plaatsten een warmteterugwinningsinstallatie (WTW) bestaande uit een waterreservoir dat warmte wisselt met het koelmiddel van de koel-aggregaat met koud water, voordat het water de elektrische boiler in gaat. Op zes bedrijven werden de metingen in 2013 gedaan. Op drie bedrijven in 2016.
Het stroomverbruik om 100 liter water op te warmen tot circa 80 graden Celsius daalde door de WTW met 30 tot 54 procent. Eén bedrijf verbruikte extreem veel warm water (231 liter per 100 kg melk tijdens de eerste meting, 252 liter tijdens de tweede meting). Op dat bedrijf daalde het energieverbruik van de boiler slechts met 17 procent doordat het water in het reservoir niet erg warm wordt.
Op zes van de negen bedrijven daalde het stroomverbruik van de koelaggregaat met 6 tot 20 procent. De daling van het verbruik ontstaat doordat de aggregaat minder lang hoeft te koelen om de melk op de gewenste temperatuur te krijgen. Op één bedrijf bleef het gelijk, op de twee andere bedrijven waren er stijgingen van 13 en 16 procent.
