Het beurzenseizoen is aangebroken. De grootste landbouwtentoonstellingen die dit jaar in Europa plaatsvinden – Eima en Eurotier – zijn zelfs alweer achter de rug. Bezoekers konden er kennismaken met het aanbod van vele fabrikanten. Allemaal naast elkaar; dat maakt het vergelijken eenvoudig.
Toch laten steeds meer grote fabrikanten verstek gaan op deze beurzen. Te duur, te weinig hoogwaardig bezoek en tijdgebrek worden vaak aangedragen als argumenten om thuis te blijven. Zeker in deze voor de melkveehouderij onzekere tijden zijn het vooral leveranciers van melktechniek die andere wegen proberen te vinden om hun klanten te bereiken. Dat bleek dit jaar ook weer tijdens Agrotechniek Holland, de beurs die in september in Biddinghuizen werd georganiseerd. Je kon er als melkveehouder terecht om nieuwe schudders, voermengwagens of shovels te vergelijken, maar veehouders die geïnteresseerd waren in stalinrichting of melktechniek vingen bot. Van de grote melkmachinebouwers hadden alleen Lely en JOZ standruimte gehuurd op de enige en grootste landelijke landbouwbeurs van ons land. Wie in Nederland de nieuwste apparatuur wil vergelijken, kan niet anders dan afreizen naar regiobeurzen, zoals RMV of De Landbouwbeurs. Daar willen de fabrikanten en hun dealers nog wel naartoe. Tijdens Eurotier waren van de grote melkmachinefabrikanten alleen Lely en het Ierse Dairymaster aanwezig met in hun kielzog kleinere spelers als Afimilk en Siliconform. Boumatic, DeLaval, Fullwood JOZ en Gea schitterden door afwezigheid. Natuurlijk, ik kan niet in hun portemonnee of agenda kijken. Maar jammer blijft de afwezigheid van deze grote fabrikanten wel. Vooral omdat zij de melkveehouders die de beurs bezoeken zo een volledig overzicht onthouden.
