29 procent van de ondervraagde loonwerkers zegt dat het zaaiwerk de agenda steeds meer vult. Slechts vijf procent zegt dat het minder wordt. 66 procent denkt dat het zo blijft zoals het nu is.
Ook voor de grondbewerking wordt vaker een loonwerker aan het werk gezet. 26 procent van de loonwerkers zegt steeds meer bezig te zijn met het bewerken van grond. 9 procent zegt dat het afneemt en 65 procent voorziet geen verandering.
Maar liefst 96 procent van de loonwerkers zaait maïs. Daarmee is dat het belangrijkste zaaigoed voor loonwerkers. Maïs wordt in 63 procent van de keren dat een loonwerker zaait op een rijbreedte van 75 centimeter gezaaid en de stoppel wordt door een kwart van de loonwerkers bewerkt met een schijveneg.
Het is niet verwonderlijk dat een groot aantal loonwerkers mais zaait. In Duitsland is veel vraag naar biobrandstof. Landbouwgrond wordt gebruikt voor de teelt van mais waarvan gas gemaakt wordt. Maar dat heeft ook een keerzijde want bedrijfsuitbreiding is in delen van Duitsland niet mogelijk, omdat biobrandstofondernemers veel meer kunnen betalen voor land.
