Favoriet

Melktechniek

Weinig effect weidegang op koegedrag bij melkrobot

Fabrikant Lely heeft in 2013 onderzoek gedaan onder 500 Nederlandse veehouders met een Lely Astronaut melkrobot. 200 van deze veehouders lieten hun koeien grazen. Veertig procent van hen opende de staldeuren in mei. De studie analyseerde het effect van de invoering van beweiding op het aantal melkingen en het bezoekgedrag van koeien aan de melkrobot.

Fabrikant Lely heeft in 2013 onderzoek gedaan onder 500 Nederlandse veehouders met een Lely Astronaut melkrobot. 200 van deze veehouders  lieten hun koeien grazen. Veertig procent van hen opende de staldeuren in mei. De studie analyseerde het effect van de invoering van beweiding op het aantal melkingen en het bezoekgedrag van koeien aan de melkrobot. Er werd een vergelijking gemaakt tussen de maand voorafgaand aan de start van het beweiden waarbij de koeien nog binnen stonden, de maand waarin het weiden werd ingevoerd en de maand daarna.

Vanaf het moment dat de koeien de wei in gingen daalde het aantal melkingen met 2 procent tot 2.56 melkingen per koe per dag. De kleine veranderingen werden volgens Lely veroorzaakt door veranderingen in de afstand tussen de robot en de wei en ook het veranderende rantsoen.

Aantal weigeringen gedaald

Het aantal weigeringen, een graadmeter van een goed ‘bezoekgedrag’ aan de melkrobot, daalde van gemiddeld 3.4 naar 2.7 weigeringen per koe per dag. De koeien waren, zo meldt Lely, nog steeds gemotiveerd om naar de melkrobot te gaan en er werden nog steeds goede resultaten behaald, ondanks het feit dat de invoering van beweiding het bezoekgedrag naar de melkrobot beïnvloedde. In de stal worden koeien gemotiveerd door het krachtvoer dat wordt verstrekt in de melkrobot. Bij weidegang kan het bezoekgedrag gestimuleerd worden door vaker het voer in de stal aan te schuiven of op andere tijden te voeren.

Eén van de beweegredenen om beweiding toe te passen is de volledige benutting van de hoge  voederwaarde van vers gras waardoor de hoeveelheid krachtvoer kan worden verlaagd. De hoeveelheid krachtvoer per 100 kg melk ging naar beneden van 21 naar 20 kg. Voor een  melkveebedrijf met 2000 kg melk per robot per dag, zou dat een besparing van 20 kg per dag zijn, wat volgens Lely neerkomt op een besparing van zo’n 5 euro per dag. Het veranderende bezoekgedrag van de koeien resulteerde ook in een iets hoger percentage restvoer in de robot. Dit restvoer laat in feite het aantal koeien zien dat de melkrobot minder vaak bezocht en daarom minder kans had om al hun krachtvoer op te nemen. Het is raadzaam de opname van het krachtvoer in de robot en de krachtvoerbox in de gaten te houden. We zien een lichte daling  in de hoeveelheid krachtvoer per 100 kg melk, en  tegelijk een lichte stijging in het percentage restvoer en het aantal kg melk per koe. Hieruit kunnen we concluderen dat met een iets hogere productie en minder krachtvoer het verse gras optimaal benut wordt.

Gerelateerde artikelen