Rijden in de zo smal mogelijke rijpaden. Tractoren iets meer dan één meter breed. Het is noodzaak om zelfs iedere keer hetzelfde spoor te pakken. Met de trekker en de soms vrij zware,spuitmachine. En de spuitmachine rijdt nog veelvuldig op diagonaalbanden.
Ook hier heeft de radiaaltechniek al jaren geleden zijn intrede gedaan. Na de diagonale oplossingen en de smalle voorbanden. Destijds waren er nog veel tractoren zonder vierwielaandrijving. Als eerste de radiale standaardband, bijvoorbeeld de 12.4R28 of zelfs een 11.2R32. Maar de moderne bedrijven zagen al snel de voordelen van een 70 serie band of zelf een 65serie. En dan niet alleen op de achteras. En dat is ook hier, net als in de landbouw/akkerbouw een wereld van verschil. Zo min mogelijk insporing. Niet dat de boom daar sneller van groeit of dat hij meer produceert. De gemaakte sporen blijven nu eenmaal het hele jaar aanwezig en met een nat seizoen en tussendoor ook nog eens beregenen ontstaan er al snel twee slootjes per rijpad. Stelt u zich eens voor wanneer in de herfst de oogst begint en het is regenachtig. Plukken met plukkarretjes, vier of vijf achter elkaar, treintjes, met wieltjes van een doorsnede van 30 a 40 cm en 300 tot 450 kg per karretje.
Een goede keuze van banden is ook bij kleinere tractoren, zeker in de fruitteelt , van groot belang. Het plezier in het werken. Het netjes achterlaten van het perceel en natuurlijk geen modder mee de weg op. Een trekker of spuit aanschaffen is één, maar de juiste banden…….
