Stand-on maaiers uniek in Nederland

Naar verluidt was het Bill Wright die in 1995 patent aanvroeg op het stand-on-concept. Intussen bouwen ook John Deere, Toro en een handjevol andere fabrikanten een eigen variant op de stand-on-maaier. Iedere fabrikant probeert met dit type maaier het gat op te vullen tussen de loop- en zeroturnmaaiers. Alleen fervente wandelaars maaien graag grote oppervlaktes met een loopmaaier. Tegelijkertijd zijn kleine gazonnetjes met krappe bochten en doorgangen niet geschikt voor de zeroturnmaaier.

Juist in die situaties biedt de stand-on-maaier uitkomst. De machine maakt het maaien van middelgrote grasoppervlaktes plezierig en ook het maaien langs bomen, speeltoestellen en hekwerken wordt een stuk aangenamer. Het zicht op het werk is goed, de machine is erg wendbaar en door de compacte afmetingen past de machine makkelijk achter in de transportbus. Bovendien stap je er gemakkelijk van af om iets op te pakken of een hek te openen.

En dus klinkt de stand-on-maaier als dé perfecte oplossing voor de middelgrote gazons, gazons die er toch ook veel zijn in Nederland. Toch zie je in Nederland maar zelden een stand-on-maaier. Zou het een comfortkwestie zijn? Fabrikanten hebben ingespeeld op die suggestie. Zo beschikt de nieuwe Ferris-maaier over een geveerd plateau en een kussen waar je met je bovenbenen tegenaan leunt. En pionier Wright voorziet de stand-on-maaier zelfs van een zadel, zodat je op de stand-on-maaier kunt zitten.

Maar ondanks deze aanpassingen heeft het maaiertype in Nederland nog geen grote schare fans. Het lijkt er dat Nederlandse aannemers de stand-on-maaier te groot vinden voor een servet, maar nog steeds te klein voor een tafellaken.