Favoriet

Stallenbouw

Zo werkt een luchtwasser

De luchtwasser lijkt zeer effectief als het gaat om de reductie van de ammoniakemissie in de stal. Veehouderij Techniek zet de werking uiteen.

Lucht wassen. Dat klinkt ingewikkeld, maar dat is het eigenlijk niet. De werking van een luchtwasser is relatief eenvoudig te begrijpen, je kunt er alleen niet inkijken. Vandaar deze schematische tekening (klik op de afbeelding voor de grote versie). Bij zo’n luchtwasser doet een stukje basisscheikunde het werk. Ingewikkeld wordt het door de elektronische monitoring waarmee de correcte werking van de luchtwasser naderhand kan worden aangetoond. Die monitoring is sinds 1 januari 2013 verplicht, nadat aan het licht kwam dat luchtwassers soms niet afdoende werkten of zelfs uitgeschakeld waren.

In de melkveehouderij worden chemische luchtwassers gebruikt. ‘Chemisch’ duidt op het aanzuren van het waswater met zwavelzuur. Door de lage pH wordt ammoniak omgezet in ammonium. Ammoniak vervluchtigt, ammonium niet. De chemische luchtwasser is in principe de meest eenvoudige luchtwasinstallatie om stallucht te reini­gen. Punten van aandacht zijn wel dat zwavelzuur een gevaarlijk goedje is. Aan de opslag ervan zijn regels verbonden. Wie ermee werkt kan dat maar beter met verstand en beleid doen. Het eindproduct van het wassen van de lucht is, naast schone lucht, spuiwater: water waarin het zout ammoniumsulfaat is opgelost. De input voor dit proces bestaat uit zwavelzuur en ammoniak. De volgende formule geldt: 2NH3 + H2SO4 —> (NH4)2SO4

Spuiwater als kunstmest

Het spuiwater mag als kunstmest worden aangewend. Spuiwater mag niet in contact komen met mest, dan onstaat het giftige gas waterstofsulfide. Voor het opslaan van spuiwater is dus een aparte voorziening nodig. Spuiwater uitrijden gebeurt over het algemeen met machines die geschikt zijn voor het aanwenden van vloeibare kunstmest, spaakwielbemesters bijvoorbeeld. Of met speciaal daarvoor ontwikkelde bemesters met slangenpomp die ook worden gebruikt om bijvoorbeeld struviet aan te wenden. Spuiwater met het juiste gehalte ammoniumsulfaat is van groot belang. Het waswater mag dus niet te lang gebruikt worden. Dan zal het zout niet langer oplossen en neerslaan. Dat kan tot verstoppingen leiden. Wordt het waswater te kort gecirculeerd, dan zal het waterverbruik stijgen. Om het spuimoment te bepalen wordt de geleidbaarheid van het waswater gemeten met een geleidbaarheidssensor. Zout water geleid immers. De gegevens van deze sensor moeten worden gelogd. Dat geldt ook voor de data die de vier overige sensoren leveren. Daaruit blijkt hoeveel spuiwater is afgevoerd, of de recirculatiepomp heeft gedraaid, hoeveel drukverschil tussen de drukkamers er was en of de pH van het waswater voldoende laag was. Bij onvoldoende recirculatie van was­water moet een alarm afgaan. Na het spuien moet weer verse wasvloeistof worden toe­gevoegd aan het proces. Daarvoor is de luchtwasinstallatie voorzien van een voorraad- annex mengvat voor wasvloeistof.

Gerelateerde artikelen