De enkelrotor Lely Hibiscus 330 S heeft een vierwielig onderstel dat in zijn geheel kan draaien ten opzichte van de hark. Het zwaddoek draait mee met het onderstel. Glijden de achterwielen weg, dan gaat de trekker tegen het talud op kimmen. De hark beweegt dan scheef over het talud. De gedragen hark vormt immers een lijn met de trekker.
Slordig zwad
De hark gaat dus schuin werken, het gewas wordt tegen een scheefhangend zwaddoek aangelegd. Je krijgt zo een slordig zwad.
Oplossing
Lely laat het vierwielige onderstel draaien ten opzichte van de rotor. Het draaimechanisme gaat door de as van de rotor. Aan de bovenkant is de drager van het zwaddoek aan de zelfde as bevestigd. Glijden de achterwielen van de trekker van de helling, de vier wielen zullen blijven rollen. Het wielstel zoekt immers de weg van de minste weerstand. Doordat het zwaddoek meedraait met het wielstel, blijft het zwad netjes. Ter bevordering van de bodemvolging van de hark heeft de Hibiscus 330 S een neuswiel gekregen.
