Voederwinning
Andere maiskuil door Shredlage techniek
Met de Shredlage techniek snijmais oogsten en inkuilen levert een andere kuil op dan bij de gangbare hakselmethode. Dat blijkt uit onderzoek van Eurofins Agro.
Met de Shredlage techniek snijmais oogsten en inkuilen levert een andere kuil op dan bij de gangbare hakselmethode. Dat blijkt uit onderzoek van Eurofins Agro.
Het oogsten en inkuilen met de Shredlage techniek, waarbij het mogelijk is mais in langere delen te hakselen, zorgt voor een andere kuilstabiliteit en voederwaarde. Eurofins Agro heeft in 2017 op 22 bedrijven (11 Shredlage en 11 gangbaar) het verloop van voederwaarde in Shredlage-kuilen vergeleken met gangbaar gehakselde snijmais.
De 2016-kuilen bevatten overal veel droge stof en zetmeel. Bij de eerste bemonstering in oktober en november bevatten de Shredlage-kuilen minder bestendig zetmeel en meer ammoniak dan de traditioneel ingekuilde maïs. Dat geeft volgens Eurofins Agro aan dat de Shredlage-methode de pensbeschikbaarheid van zetmeel direct na de oogst verhoogt. Zetmeel is, als het goed beschikbaar is gemaakt, gemakkelijk opneembaar voor bacteriën. Bij Shredlage-kuilen vinden daarom in een korte tijd veel fermentatieprocessen plaats. Voornaamste reden hiervoor is de goede korrelbewerking in de voor Shredlage uitgeruste hakselaars. (Lees verder onder de foto)
Tijdens de opslag neemt de hoeveelheid totaal zetmeel en bestendig zetmeel af bij beide oogstmethodes. Na vier maanden in de kuil tekent zich een verschil af tussen beide kuilsoorten. De hoeveelheid bestendig zetmeel in de Shredlage-kuilen blijft stabieler dan in de traditioneel gehakselde snijmais. Volgens Eurofins Agro bestaat het vermoeden dat dit verschil wordt veroorzaakt door het verschil in haksellengte: Shredlage-silage heeft langere deeltjes (> 15 mm) dan gangbaar geoogste maïssilage (8-10 mm). Grovere deeltjes worden waarschijnlijk langzamer gefermenteerd in de kuil.
Shredlage heeft direct na inkuilen veel beschikbare energie voor bacteriën, vandaar veel conserveringsprocessen in een korte tijd. Dit leidt kortstondig tot minder bestendig zetmeel en meer ammoniak. De omzetting van celwanden is trager, grover hakselen betekent minder oppervlakte en bacteriën moeten dus meer moeite doen. Eurofins Agro verwacht dat dit bijdraagt aan de stabiliteit van de kuil.
Bestendig zetmeel gedraagt zich in Shredlage-silage anders dan in gangbaar geoogste snijmaïskuil. Direct na de oogst is het bestendig zetmeelgehalte van Shredlage-kuilen lager, doordat de maïspit intensief gebroken is. De hoeveelheid bestendig zetmeel in de kuil blijft wel langer (tot zes maanden) stabiel in Shredlage-kuil dan in traditioneel ingekuilde snijmaïs. Dit kan, zo meldt Eurofins, interessant zijn om de melkproductie op peil te houden.