Als redacteur maak je het allemaal mee: het goede dat de mensheid voorbrengt, maar ook het slechte.
Collega Henk Beunk constateerde in januari op de Groene Sector Beurs in Hardenberg dat het aandeel kunstgras toeneemt rondom het huis. En dat is niet zo gek, schrijft hij in het eerste nummer van Tuin en Park Techniek van 2019.
Nog eventjes en er is geen chauffeur meer in de groene sector te vinden. Steeds vaker maken fabrikanten bekend dat ze zich wagen aan autonome machines of robots zo u wilt. Die zijn efficiënt. Maar de introductie van die machines heeft ook een keerzijde. Voor veel werknemers die nu reikhalzend uitkijken naar het werken met en op hun favoriete machine, verdwijnt de charme van het werk.
Trekkers die dankzij gps in een kaarsrechte lijn rijden, drones die de bodemkwaliteit in kaart brengen en spuitmachines die de spuitdoppen onafhankelijk van elkaar afsluiten om overlap te voorkomen. De technische mogelijkheden en vooral het uitvoeren van plaatsspecifieke handelingen gaat in de landbouw erg ver. Maar ook in de groensector ligt deze ontwikkeling dichterbij dan we denken
Het is altijd wat. Probeer je milieuvriendelijk te werken door de straten van het dorp en de stad met grote regelmaat te borstelen, komen de burgers boos op je af omdat de het ijzer in de borstels voor lekke fietsbanden zorgt.
Als eigenaar van een klein stadstuintje heb ik privé zelden van doen met een hovenier. Tot voor kort. Wat was het geval? In mijn tuin stond een forse ruwe berk. Zelf genoot ik van het ruisen van de bladeren en van de schaduw die de boom mij in de zomer bood. Maar mijn buurman was minder content: veel rotzooi van de vele berkenkatjes die de boom produceerde en van het afgevallen blad in het najaar. Ook zou mijn berk de tuin van mijn buurman in de schaduw zetten.
Het voorjaar komt er in rap tempo aan. Wat zeg ik, het is er al. Na een paar dagen fikse vorst, waardoor er weinig tot geen werk in de tuin gedaan kon worden, stapelt het werk zich nu ineens op. Hoveniers krijgen het druk. Ontzettend druk.
In mijn directe omgeving groeien knotwilgen. Het waren er tot voor kort zo’n duizend meer dan er nu nog staan. Nadat het waterschap het onderhoud van een natuur- en recreatiegebied had overgenomen bedacht het dat de in het water vallende bladeren de waterkwaliteit aan zou tasten.
Laatst kwam ik in het centrum van Maastricht een groep toeristen tegen die met behulp van hun smartphone meededen aan een speurtocht. Bij de start kreeg iedere deelnemer een zogenaamde powerbank mee. Simpelweg omdat de accu’s van ook de meest dure en geavanceerde toestellen niet lang genoeg meegaan. Dat is eigenlijk gek hé?!
Als redacteur van Tuin en Park Techniek schrijf je de ene maand over grasmaaiers en de andere maand over zoutstrooiers. De onderwerpen rouleren door. De laatste weken stonden voor mij in het teken van sportveldbeheer.
Heet water, branden, hete lucht en zelfs zuur. Machinefabrikanten hebben, nu de meest eenvoudige onkruidbestrijdingsmethode – een bespuiting met glyfosaat - niet meer is toegestaan, een uitdaging gevonden en nieuwe methoden bedacht om het onkruid langs straten en trottoirs de kop in te drukken.
Stand-on-maaiers. In Nederland zie je ze zelden, terwijl het concept toch al jaren bestaat.
De wintermaanden. Het is de periode waarbij veel Nederlanders verwachten dat de hoveniers en de beheerders van het openbaar groen thuis op de bank zitten omdat er niks te doen is. Dit valt gelukkig mee. November en december staan in het teken van het winterklaar maken van de tuinen en plantsoenen.
Als je als redacteur vanuit dikke landbouwtrekkers terecht komt in het kleine spul uit de tuin- en parksector, dan is dat wennen. Gaandeweg merk je echter dat een compacttrekker wat betreft techniek knapper in elkaar steekt dan een grote.
Een loopmaaier is een loopmaaier. Wat valt daaraan te testen? Die vraag kregen we veel om de oren, maar niet terecht.